Verschil tussen loonkloof Nederland en België

Hoe het kan dat de loonkloof in België bijna 3x kleiner is

Nog altijd verdienen werkende mannen in Nederland gemiddeld 14% meer dan werkende vrouwen. Onze zuiderburen doen het met 6,1% een stuk beter. Waar komt dit verschil vandaan? En wat kunnen we van de Belgen leren?

De loonkloof tussen mannen en vrouwen blijkt moeilijk op te lossen. Voor een deel kan de loonkloof verklaard worden door het verschil tussen de positie van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Zo heeft de functie die iemand bekleedt en in welke sector iemand werkt invloed op de loonkloof. Wanneer je rekening houdt met al deze zaken, blijft er nog 6% onverklaarbaar loonverschil over in Nederland. Een deel daarvan wordt waarschijnlijk veroorzaakt door ongelijke beloning: dan verdienen vrouwen minder voor hetzelfde werk en hetzelfde aantal uren dan hun collega’s die man zijn. Zowel de verklaarbare als de onverklaarbare loonkloof is in België kleiner dan Nederland. Hoe kan dat?

1. In België wordt meer collectief onderhandeld

Omdat in België veel meer mensen dan in Nederland bij een vakbond zijn aangesloten (in België bijna de helft van de werknemers, tegenover ongeveer 1 op de 5 in Nederland), wordt er daar voor een groot deel collectief over lonen onderhandeld tussen vakbonden en werkgevers. De meeste Belgische werkenden worden daarom via zogeheten ‘barema’s’ (loonschalen) betaald die vastgelegd zijn in algemeen bindende cao’s. Deze cao’s maken geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. In Nederland wordt er over salaris veel individueel onderhandeld, waardoor er meer speling is. Omdat onderhandelen (door een heleboel redenen) vaker in het nadeel van vrouwen uitpakt wordt de loonkloof hierdoor groter.

 

2. België heeft sinds 2012 een loonkloofwet 

In Nederland hoeven bedrijven niks te vertellen over wie wat verdient, maar in België moeten bedrijven sinds 2012 hun loongegevens openbaar publiceren, waarbij alle werknemers opgesplitst moeten worden in man/vrouw. Ook moeten ondernemingen met meer dan 50 werknemers om de twee jaar een verslag schrijven over hoe het gaat met het verkleinen van hun loonkloof. Nederland heeft geen wetgeving die werkgevers dwingt hun eigen beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen te onderzoeken, hier ligt het balletje bij de bedrijven zelf (en is dit tot nu toe het enige bedrijf in Nederland dat actief de grootte van hun loonkloof onderzoekt). De praktijk leert dat de Belgische loonkloofwet nog niet altijd goed wordt uitgevoerd, maar het begin is er. Bovendien maakt deze maatregel werkgevers bewust dat ook zij een aandeel hebben in de loonkloof.

 

3. Belgische vrouwen werken minder vaak deeltijd 

Werken in deeltijd heeft invloed op de loonkloof omdat je er vaak minder carrièrekansen door krijgt. Nederland spant de kroon wat betreft het aantal deeltijdwerkers. Nergens in Europa werken zo veel mensen parttime, namelijk 45%. Onder vrouwen is dit zelfs bijna driekwart. In België werkt 44% van de vrouwen parttime. Als vrouwen in België deeltijd werken, doen ze dat vaak vier vijfde deel van de week, tegenover de Nederlandse standaard van drie vijfde deel. Dit is een kwestie van een cultuurverschil. Het is bij onze zuiderburen veel geaccepteerder om als jonge moeder fulltime te blijven werken, en ook veel gebruikelijker dat jonge kinderen fulltime naar de crèche gaan. Dit zorgt ervoor dat vrouwen minder lang hun carrière hoeven te onderbreken. Een onderbreking in je loopbaan heeft vaak een negatieve invloed op je uurloon, maar ook op toekomstige beloning en je pensioen. Wat helpt is dat de kinderopvang in België veel betaalbaarder is en kinderen in Vlaanderen vaak vanaf 2½ jarige leeftijd al (gratis) naar school gaan. 

 

Dus, wat kunnen we nu leren van de Belgen?

We kunnen in ieder geval stellen dat een loonkloofwet een goed middel is om werkgevers te verplichten meer inzicht te krijgen in hun eigen ‘gender wage gap’ en deze transparant te maken. Goedkope kinderopvang en kinderen jong naar school laten gaan zorgt ervoor dat jonge moeders makkelijker en sneller weer aan het werk kunnen gaan. Bovendien moeten we af van de vooroordelen die er in Nederland zijn tegenover fulltime werkende moeders en parttime of niet-werkende vaders: de zorg voor kinderen zou niet automatisch bij de vrouw moeten komen te liggen. Tijd om daar subiet mee aan de slag te gaan dus! Echter betekent dit niet dat er in België niets meer te verbeteren valt: dit cijfer van de loonkloof zegt namelijk alleen iets over het bruto uurloon, niet over de hoeveelheid uren die vrouwen werken, de financiële zelfredzaamheid van vrouwen, of de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen.