Delen
1 juli 2020 •
Financiële (on)afhankelijkheid
Bijna de helft van de Nederlandse vrouwen is financieel afhankelijk van een partner of de overheid, tegenover 23 procent van de mannen.
Wat is financiële onafhankelijkheid?
Iemand is financieel onafhankelijk als zij tenminste 100 procent van het minimumloon verdient (In 2021: netto € 1540,- p/m). Je ziet ook vaak het begrip ‘economische zelfstandigheid’ langskomen. Om economisch zelfstandig te zijn, moet jouw individuele netto-inkomen uit arbeid en eigen onderneming op of boven de drempelwaarde liggen van de beleidsnorm voor het individuele inkomensminimum (In 2021: netto €1080,- p/m). Dit minimum is erg laag en geeft mensen in de praktijk niet veel bestedingsruimte. Daarom gebruiken wij de term financiële onafhankelijkheid in plaats van de term economische zelfstandigheid en zetten wij ons in voor duurzame financiële onafhankelijkheid. Hierbij is iemand niet alleen in staat om in het nu, maar ook op de middellange en de langere termijn, onder veranderende omstandigheden, zichzelf en eventuele kinderen bestaanszekerheid te bieden door middel van inkomen uit betaald werk.
Waarom zijn zo weinig vrouwen financieel onafhankelijk?
Levensgebeurtenissen zoals het krijgen van kinderen, het kopen van een huis of een scheiding kunnen een grote impact hebben op de financiële positie en zelfredzaamheid van vrouwen. Het inkomen van vrouwen daalt aanzienlijk in de eerste twee jaar na de geboorte van haar eerste kind. Dit komt omdat vrouwen dan vaak minder uren (betaald) gaan werken, mannen doen dit doorgaans niet. Zo’n 39 procent van de vrouwen gaat na de geboorte van het eerste kind minder werken en 5 procent stopt helemaal met werken. Slechts 8 procent van de mannen stopt na de geboorte met werken of ging minder werken. Tot vijf jaar na de geboorte van haar eerste kind verdient de vrouw 32 procent minder dan voor de geboorte. Mannen verdienen vijf jaar na de geboorte 3% minder dan daarvoor. De keuzes van vrouwen en mannen over het aantal uren dat zij werken per week worden beïnvloed door onder meer de manier waarop verlofregelingen en kinderopvang in Nederland zijn geregeld en door hoe wij over de rollen van vrouwen en mannen denken.