Delen

Ayşe Kübra Küpeli over haar debuut, verwachtingen en vooroordelen in comedy

De representatie van vrouwen in de comedy laat nog te wensen over, zo blijkt uit feiten en cijfers over het vakgebied. Om inzicht te krijgen in de ervaringen van comedians en theatermakers, heb ik met drie vrouwen uit verschillende hoeken van het vak gesproken. De eerste is Ayşe Kübra Küpeli, een comedian die je kunt kennen van het comedy-talentenprogramma ‘Ik Ga Stuk’ (BNNVARA).

Küpeli (30) is sinds twee jaar actief in de stand-up comedy. Werkzaam in zowel de tech- als de comedywereld, is ze het gewend om in de minderheid te zijn. Ik sprak haar over haar debuut in de comedy, over vooroordelen en verwachtingen. “Er zijn zoveel witte mannen in de comedy die het voor 90% over hetzelfde hebben, maar als er twee vrouwen praten over hun ervaringen is de derde al te veel.”

Geschreven door: Puck van Tussenbroek

Wat was het moment dat je dacht: ik wil stand-up comedy doen?

“Er is moeilijk één moment aan te wijzen. Voor mijn gevoel heeft het altijd in me gezeten, maar heb ik het nooit echt kunnen uiten. Op de basisschool deed ik graag mee aan de musical, en met vrienden bedacht ik sketches die we opvoerden voor onze ouders. Ik was altijd bezig met dingen bedenken en playbacken. Humor past ook bij mijn kijk op het leven: als ik ergens niet de lol van kan inzien, vind ik het moeilijker om ermee om te gaan.”

“Hoewel ik altijd al iets met theater, media of entertainment wilde doen, werd dat destijds niet gesteund. In mijn familie en vriendenkring zit niemand in de entertainment, en veel mensen hebben toch een negatief beeld van het vakgebied. Hoe ga je daar je geld mee verdienen? Hoeveel mensen lukt het echt om daarin carrière te maken? Kies maar een stabiel beroep, kreeg ik te horen. Dus heb ik eerst journalistiek gestudeerd in het buitenland en ben ik daarna in de tech-wereld beland. Eenmaal terug in Nederland bleef het aan me knagen: ik moest het toch een keer geprobeerd hebben. Na de eerste avond op een podium vond ik het zo leuk, dat ik het ben blijven doen.”

 

Hoe heb je jouw debuut in de stand-up comedy ervaren?

“Ik had veel geluk, mijn eerste open mic was meteen in de bekende comedyclub Toomler. Hun open mics zijn erg gewild, dus het is niet altijd makkelijk om ertussen te komen. Het was best intimiderend om tussen al die bekende, professionele comedians te staan. Gelukkig werd er om me gelachen en kreeg ik naderhand complimenten. Na mijn eerste twee open mics ging alles dicht in verband met corona. Ook al ben ik dus al twee jaar bezig, ik heb maar een jaar echt ervaring kunnen opdoen.” 

“Hoe langer je in de stand-up zit, hoe meer je weet dat het ’trial and error’ is. Van een afstand lijkt het alsof grappen van comedians altijd werken. Maar in het echt probeer je dezelfde grappen net zolang totdat het perfect is. Op TV zie je alleen het eindresultaat, en niet de weg ernaartoe. Als beginnende comedian wil je graag in één keer heel goed zijn, maar zo werkt het niet.”

“Ik wil niet worden gezien als de meid met de hoofddoek. Het is een deel van me, maar niet mijn hele identiteit.”

Je hebt ook meegedaan aan het programma ‘Ik ga Stuk’. Hoe ben je daar terecht gekomen?

“Iemand van BNNVARA vroeg of ik auditie wilde doen. Omdat ik een echte beginner ben, had ik weinig verwachtingen. Er deden zo veel goede comedians mee met meer ervaring dan ik. Toch kwam ik door de audities heen en heb ik het tot de derde aflevering geschopt. Hoewel ik niet tot het einde van het programma ben gekomen, voelde het als een bevestiging dat wat ik doe wel aanslaat. Ik kreeg veel leuke reacties op mijn materiaal. Mensen stuurden me screenshots die lieten zien hoeveel kamelen ze waard waren, naar aanleiding mijn grap over een ‘kamelencalculator’. Een grap kan blijkbaar veel doen met mensen. Het was een bijzondere ervaring, heel anders dan de open mics die ik gewend ben. Voor dit programma waren we echt hele dagen aan het draaien, waardoor ik veel respect heb gekregen voor acteurs.”

Je zei in het programma dat je rolmodellen hebt gemist, en dat je graag een voorbeeld wilt zijn voor anderen.

“Ik heb nooit iemand met een hoofddoek op TV gezien. Het enige Turkse narratief dat ik ken vanuit de media is het meisje dat haar achtergrond haat, of die juist de Nederlandse cultuur haat. Ik mis die gematigde blik. Omdat ik alleen die twee extremen ken, zie ik niemand die wat meer neutraal is. Ik had op jongere leeftijd graag mensen zoals ik op TV gezien. Nu hoop ik dat ik dat zelf kan zijn. Maar ik wil niet worden gezien als de meid met de hoofddoek. Het is een deel van me, maar niet mijn hele identiteit. Ik wil het Nederlandse publiek aanspreken in de breedste zin.”

“Ik had op jongere leeftijd graag mensen zoals ik op TV gezien. Nu hoop ik dat ik dat zelf kan zijn.”

“Toevallig kom ik steeds terecht in disciplines – zoals ICT en comedy – waarin weinig vrouwen werken, laat staan vrouwen met een hoofddoek. In de comedy blijft discussie bestaan over ‘of vrouwen wel grappig zijn’. Terwijl je veel witte mannen in de comedy ziet die voor 90% van de tijd over dezelfde dingen praten. Daar hoor je niemand over. Maar als er twee vrouwen praten over hun ervaringen, is de derde al te veel. Als je grappen maakt over menstruatie, zwangerschap, je kinderwens of onzekerheid over je lichaam, dan denken mensen bij de derde vrouw al dat het steeds over hetzelfde gaat. In mijn beleving is iedereen uniek, dus ik snap niet waarom vrouwen vaker als ‘hetzelfde’ worden gezien dan al die witte mannen.”

Heb je zelf wel eens vervelende reacties gehad?

“Er zijn wel bepaalde verwachtingen van mij. Tijdens ‘Ik ga Stuk’ zei een comedian die ons een workshop gaf, dat hij het gevoel had dat ik ‘dingen achterhield’. Ik wist niet wat hij bedoelde, ik praat over alles. Het bleek dat hij zich afvroeg waarom ik niet praat over onderwerpen zoals uithuwelijkingen. Maar daar heb ik geen ervaring mee, ik weet daar net zo weinig van als hij. Ik heb er wel een mening over, maar dat is niet anders dan wanneer hij zijn mening geeft: we zijn beiden geen ervaringsdeskundigen. Ik vond het goed dat hij dat zo open durfde te zeggen. Wel laat het zien dat er nog veel vooroordelen over me bestaan die niet kloppen, zoals dat ik ervaring zou hebben met uithuwelijking omdat ik een hoofddoek draag. Het is voor mij zoeken en leren navigeren. Maar ik ga het niet uit de weg, wie weet kan ik er weer een grap over maken.”

Hoe kijk je naar de toekomst van de comedy, en jouw carrière daarin? 

“Ik zou graag zien dat comedians een vorm van vergoeding of betaling krijgen voor open mics. Comedians krijgen voor open mics niet betaald, maar zijn wel drie keer in de week met de trein onderweg om ergens 8 minuten te spelen. Het zou heel gaaf zijn als we daar iets aan kunnen veranderen. Het is nu haast een luxe om dit te kunnen doen. Niet iedereen kan heel Nederland afreizen om ergens een paar minuten te spelen.”

Lachend: “Zelf hoop ik dat ik kan laten zien dat de integratie niet mislukt is. Ik denk wel dat ik anders ben dan de norm en dat heeft me vaak geholpen. Mensen onthouden me, omdat ze niet vaak iemand zoals ik op een podium of op TV zien. Op dit moment doe ik stand-up comedy naast mijn werk, ik heb met mijn broer een eigen bedrijf. Mijn ambitie is om hier mijn fulltime baan van te kunnen maken. Wanneer het zo ver is en of ik daar ooit kom weet ik niet, maar ik ga er wel voor. “

Gerelateerde artikelen

Bekijk meer
  • Actueel
  • Media
  • ...

Vrouwen in comedy en cabaret: nog steeds weinig podium

  • Actueel
  • Media
  • ...

(On)Gehoord: Growing & Baby Cobra

  • Actueel
  • Media
  • ...

The Promise: wat betekent het om vrouw te zijn in deze tijd?

Bekijk meer