Meer dan de helft van de 1,3 miljoen praktisch opgeleide vrouwen in Nederland verdient te weinig om op eigen benen te staan. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Deze groep – vrouwen met basisonderwijs, vmbo of mbo1 – vormt 22% van alle vrouwen tussen 15 en 65 jaar. Vier op de tien heeft geen betaalde baan. Wie wél werkt, verdient vaak onvoldoende om financieel onafhankelijk te zijn.
Waarom?
Drie oorzaken versterken elkaar:
- Lager uurloon dan theoretisch opgeleide vrouwen;
- Minder contracturen;
- Hoofdverantwoordelijk voor de zorgtaken thuis
Scheve verhouding
Praktisch opgeleide vrouwen moeten anderhalf tot twee keer zoveel werken om hetzelfde te verdienen als theoretisch opgeleiden. In sectoren met lage lonen en onregelmatige roosters is dat onhaalbaar, denk aan de zorg, kinderopvang en schoonmaak.
Thuis ligt de druk minstens zo hoog. Vrijwel alle vrouwen in het onderzoek bleken hoofdverantwoordelijk voor het onbetaalde werk: zorg voor kinderen, mantelzorg, het draaiende houden van het huishouden. Die taakverdeling zien zij als ‘vanzelfsprekend’, maar maakt financieel onafhankelijk worden extra moeilijk.
Wat deze vrouwen belangrijk vinden
Het huidige beleid stuurt alleen op voltijds werken en financiële onafhankelijkheid. Maar veel vrouwen koppelen de term ’emancipatie’ vooral aan keuzevrijheid, regie en gelijkwaardigheid. Bijvoorbeeld de vrijheid om vrijwilligerswerk en mantelzorg te kunnen doen.
Betaald werk speelt een belangrijke rol voor sociale contacten, eigenwaarde en het gevoel bij te dragen. Veel vrouwen willen ook meer uren werken. Maar belemmeringen zoals onvoorspelbare roosters en beperkte contractruimte maken opschalen moeilijk.
Daarom is het belangrijk dat het emancipatiebeleid aansluit op hun realiteit. Naast het wegnemen van drempels in betaald werk, zou de waardering voor onbetaald werk ook verbeterd moeten worden. Denk aan toegankelijke kinderopvang en een uitbreiding van het ouderschaps- en mantelzorgverlof.
Waarom dit ook werkgevers raakt
Financiële afhankelijkheid maakt vrouwen kwetsbaar bij scheiding, ziekte of stijgende kosten. Maar werkgevers voelen de gevolgen net zo goed. In sectoren met structurele personeelstekorten blijft waardevolle capaciteit onbenut als vrouwen die bereid zijn meer te werken geen realistische kans krijgen dat te doen. Zeker in sectoren als de zorg, kinderopvang en schoonmaak.
Wat moet veranderen
Veel medewerkers willen dus meer uren draaien, als de omstandigheden dit toelaten. Dat versterkt hun financiële positie én helpt personeelstekorten terug te dringen. Werkgevers en overheid zijn dus allebei aan zet.
Als alliantie Financieel Sterk door Werk pleiten wij voor:
- eerlijke gesprekken op de werkvloer over wensen en mogelijkheden
- roosters die écht passen bij de levens van medewerkers
- beleid dat inzet op het combineren van werk en zorgtaken
Duurzame financiële onafhankelijkheid
Financiële onafhankelijkheid moet duurzaam zijn: een stabiel en structureel inkomen uit werk, met gezonde werkomstandigheden en een balans tussen werk en privé die vol te houden is. Alleen dan kunnen vrouwen nu én in de toekomst in bestaanszekerheid voorzien.
Ga naar zijverdientbeter.nl voor meer inzichten en tools.
Zij verdient beter, maak jij het verschil?
Het hele rapport lees je hier:

