Wanda de Kanter, long-arts en oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam, vertelt in de Volkskrant (24 februari) over sekseverschillen die een rol spelen bij roken en kanker ten gevolge van roken. De sekseverschillen onderstrepen het belang van genderspecifieke zorg.
Mannelijke en vrouwelijke rokers
Amerikaanse wetenschappers ontdekten dat mannenlichamen de kankerverwekkende stoffen in tabak sneller lozen dan vrouwenlichamen. Hierdoor worden vrouwen langer aan het gif blootgesteld. Volgens De Kanter breken vrouwen daarnaast de verslavende stof nicotine sneller af. Daardoor zullen zij sneller de behoefte hebben aan een nieuwe sigaret en dus meer roken. “Omdat hun brein anders omgaat met nicotine, kost het hen ook meer moeite ervan af te zien”, aldus De Kanter, “zij lijken meer geestelijk verslaafd”. Nicotinepleisters zijn daardoor bijvoorbeeld veel effectiever bij mannen. Vrouwen moeten harder worden geholpen als ze willen stoppen met roken.
Invloed van genetische verschillen
Naast de sekseverschillen die een rol spelen bij rokende vrouwen en mannen zijn er ook relevante verschillen als het gaat om kanker. Britse onderzoekers publiceerden in het Britisch Journal of Cancer dat de kans op longkanker bij mannen en vrouwen gelijk is, maar dat vrouwen vaker specifieke, agressieve vormen van kanker hebben die alleen door roken worden veroorzaakt.
De Kanter legt uit dat deze hogere kwetsbaarheid wordt toegeschreven aan genetische verschillen. Een bepaalt gen dat op het X-chromosoon ligt, speelt een rol bij de groei van kankercellen. Deze gen wordt geactiveerd door de inwerking van tabak. Omdat vrouwen twee X-chromosomen hebben (mannen hebben er één), hebben zij dus ook twee van deze genen en lopen ze meer risico. Het is belangrijk om deze sekseverschillen te erkennen en er rekening mee te houden, omdat dit kan betekenen dat kanker bij mannen en vrouwen anders moet worden behandeld. Daarnaast kunnen deze verschillen van belang zijn bij het voorkomen van kanker en bij het helpen stoppen met roken.