Geschreven door: Suzan Steeman
Werkgeluk staat volop in de aandacht, en dat is niet gek: werkstress heeft zich in no time ontwikkeld tot beroepsziekte nummer één. Wie gelukkig is met zijn of haar baan, heeft minder last van stress. Bovendien zijn gelukkige werknemers productiever, loyaler, creatiever en meer betrokken. Maar waardoor ontstaat werkgeluk? Het is onze visie dat inclusief werkgeverschap het startpunt is. Eén van de pijlers die bijdraagt aan een inclusieve cultuur is dat werkgevers rekening houden met specifieke levensfases van hun werknemers, zoals bijvoorbeeld een zwangerschap. Hieronder vertelt Whitney hoe haar werkgever beter rekening met haar had kunnen houden tijdens haar zwangerschap.
Foto: Kiddo van der Veen
Luister naar het verhaal van Whitney:
“Ik ben Whitney, ik ben 30 jaar. Samen met mijn vriend heb ik twee kinderen en een kat. Ik werk als assistent bedrijfsleidster.”
“Tijdens de zwangerschap van mijn zoontje was er niet heel veel aan de hand, ik was alleen misselijk. Na de bevalling had ik wel last van bekkeninstabiliteit, maar daarvan herstelde ik vrij snel. Tijdens de tweede zwangerschap ging het eigenlijk al snel bergafwaarts. De bekkeninstabiliteit speelde weer op en ik had er deze keer veel meer last van. Ik had voornamelijk moeite met lang kunnen zitten, lang kunnen staan of lopen. En daarbij natuurlijk de misselijkheid, waardoor ik ook niet goed kon eten.”
“Ik deed voornamelijk zitwerk op kantoor, dat was slecht te combineren met mijn klachten. En eerst ging ik gewoon maar door. Ik had eigenlijk een andere bureaustoel nodig en moest om de zoveel uur plat liggen. Maar ik kreeg niet het gevoel dat dat bespreekbaar was.”
“Op mijn werk is tijdens mijn zwangerschap nooit gevraagd hoe het mij ging en ik voelde niet de ruimte om erover te praten. Het was alsof mijn zwangerschap er niet was. Ik zal altijd last blijven houden van de fysieke klachten. Bekkeninstabiliteit is persoonlijk bepaald, niet iedereen krijgt het. Het is een klap die je lichaam heeft gehad die niet altijd te herstellen is. Het is iets waar ik de rest van m’n leven rekening mee dien te houden. Ik vergelijk het met een knieblessure – het is gewoon kwetsbaar.”
“Mijn nieuwe werkgever was niet bekend met bekkeninstabiliteit, maar hij vroeg mij om uitleg. Sindsdien houdt hij rekening met mij en mijn behoeftes hierbij. Ik kan nu bijvoorbeeld ook thuiswerken. Op deze manier kan ik goed naar mijn lichaam luisteren. Ik voel me daardoor veel meer gezien, ik heb het idee dat ik er helemaal mag zijn: als werknemer maar ook als moeder.”
“Mijn tip aan werkgevers? Vraag aan mensen hoe het daadwerkelijk met ze gaat en wat ze nodig hebben. Die ene simpele vraag doet gewoon heel veel. Er zijn vaak praktische oplossingen te bedenken. De simpele vraag: “wat kan ik voor je doen?” of “hoe gaat het met je?”, dat had mij erg geholpen. Oprecht interesse tonen in je werknemer en collega om te zien hoe je samen verder kunt gaan. Dan kan ik echt gelukkig zijn, thuis en op mijn werk.”
Werkgeluk staat volop in de aandacht, en dat is niet gek: werkstress heeft zich in no time ontwikkeld tot beroepsziekte nummer één. Wie gelukkig is met zijn of haar baan, heeft minder last van stress. Bovendien zijn gelukkige werknemers productiever, loyaler, creatiever en meer betrokken. Maar waardoor ontstaat werkgeluk? Het is onze visie dat inclusief werkgeverschap het startpunt is. Eén van de pijlers die bijdraagt aan een inclusieve cultuur is dat werkgevers rekening houden met specifieke levensfases van hun werknemers, zoals bijvoorbeeld een zwangerschap. Hieronder vertelt Whitney hoe haar werkgever beter rekening met haar had kunnen houden tijdens haar zwangerschap.
Geschreven door: Suzan Steeman
Foto: Kiddo van der Veen
Luister naar het verhaal van Whitney:
“Ik ben Whitney, ik ben 30 jaar. Samen met mijn vriend heb ik twee kinderen en een kat. Ik werk als assistent bedrijfsleidster.”
“Tijdens de zwangerschap van mijn zoontje was er niet heel veel aan de hand, ik was alleen misselijk. Na de bevalling had ik wel last van bekkeninstabiliteit, maar daarvan herstelde ik vrij snel. Tijdens de tweede zwangerschap ging het eigenlijk al snel bergafwaarts. De bekkeninstabiliteit speelde weer op en ik had er deze keer veel meer last van. Ik had voornamelijk moeite met lang kunnen zitten, lang kunnen staan of lopen. En daarbij natuurlijk de misselijkheid, waardoor ik ook niet goed kon eten.”
“Ik deed voornamelijk zitwerk op kantoor, dat was slecht te combineren met mijn klachten. En eerst ging ik gewoon maar door. Ik had eigenlijk een andere bureaustoel nodig en moest om de zoveel uur plat liggen. Maar ik kreeg niet het gevoel dat dat bespreekbaar was.”
“Op mijn werk is tijdens mijn zwangerschap nooit gevraagd hoe het mij ging en ik voelde niet de ruimte om erover te praten. Het was alsof mijn zwangerschap er niet was. Ik zal altijd last blijven houden van de fysieke klachten. Bekkeninstabiliteit is persoonlijk bepaald, niet iedereen krijgt het. Het is een klap die je lichaam heeft gehad die niet altijd te herstellen is. Het is iets waar ik de rest van m’n leven rekening mee dien te houden. Ik vergelijk het met een knieblessure – het is gewoon kwetsbaar.”
“Mijn nieuwe werkgever was niet bekend met bekkeninstabiliteit, maar hij vroeg mij om uitleg. Sindsdien houdt hij rekening met mij en mijn behoeftes hierbij. Ik kan nu bijvoorbeeld ook thuiswerken. Op deze manier kan ik goed naar mijn lichaam luisteren. Ik voel me daardoor veel meer gezien, ik heb het idee dat ik er helemaal mag zijn: als werknemer maar ook als moeder.”
“Mijn tip aan werkgevers? Vraag aan mensen hoe het daadwerkelijk met ze gaat en wat ze nodig hebben. Die ene simpele vraag doet gewoon heel veel. Er zijn vaak praktische oplossingen te bedenken. De simpele vraag: “wat kan ik voor je doen?” of “hoe gaat het met je?”, dat had mij erg geholpen. Oprecht interesse tonen in je werknemer en collega om te zien hoe je samen verder kunt gaan. Dan kan ik echt gelukkig zijn, thuis en op mijn werk.”