Eind 2019 vertrok onze collega Eva naar India om daar twee maanden seksuele voorlichting te geven in een opvanghuis voor straatkinderen. De reis riep veel vragen bij haar op: over haar eigen ervaring met seksuele voorlichting en over seksuele voorlichting in Nederland in het algemeen. Ze ging erover in gesprek met Belle Barbé, expert op het gebied van seksuele voorlichting en schrijver van het boek ‘Ik & seks’.
Geschreven door: Eva Dieteren
Hoe zag mijn seksuele vorming eruit? Dat is de vraag die me de afgelopen maanden – in de periode dat ik in India seksuele voorlichting gaf – bezig hield. Ik kan me weinig concreets herinneren: mijn seksuele voorlichting op de middelbare school was alles behalve leerzaam en een serieus gesprek aan tafel over ‘de bloemetjes en de bijtjes’ heb ik nooit met mijn ouders gehad. Het antwoord op de vraag vond ik in de boekenkast van mijn ouders, waar al onze kinderboeken inmiddels stof staan te vangen. ‘Ben jij ook op mij?: een boek over seks voor jonge kinderen’ heet het boek, van Sanderijn van der Doef en Marian Latour. Vroeger vond ik het best spannend om door dit boek te bladeren, maar achteraf gezien heb ik er ontzettend veel aan te danken. Het boek bracht voor mij antwoord op vragen over verliefdheid en seksuele gevoelens die ik, voor mijn gevoel, niet elders kon stellen. Het bespreken met mijn ouders vond ik lastig en op school merkte ik al snel dat daar binnen de ‘traditionele voorlichtingslessen’ geen ruimte voor was.
Is er veel veranderd sinds ik in de puberteit zat, of blijft het zich beperken tot één les over voortplanting en soa’s? In mijn zoektocht kwam ik al snel uit bij Belle Barbé, pedagoog en schrijver van het sekspositieve voorlichtingsboek ‘Ik & seks’ (met illustraties van Merel Corduwener), dat in november 2019 is verschenen. Belle is een expert op het gebied van seksuele voorlichting: ze geeft workshops aan docenten en ouders en is mede-oprichter van Wipsite, een sekspositieve voorlichtingswebsite. Ik sprak Belle over haar boek en hoe het nou echt gesteld is met seksuele voorlichting in Nederland.
Laten we beginnen met een vraag over termen. Er bestaat seksuele voorlichting, vorming en opvoeding. Wat is het verschil tussen deze drie en aan welke term geef jij de voorkeur?
“Voorlichting klinkt als zo’n statisch moment. Zo van: ‘Nu gaan we je alles vertellen en daarna moet je het ook weten. Terwijl seksuele opvoeding – of seksuele en relationele vorming – laat zien dat seksualiteit en relaties omvangrijke onderwerpen zijn die je niet in een les kunt behandelen. En dat is ook niet wenselijk, want het is een voortdurend proces van je geboorte tot je dood.”
Wat voor seksuele voorlichting heb jij vroeger gehad? Zowel thuis als op school?
“Er bestond bij ons thuis altijd wel een hele vrije sfeer rondom seks. Toen ik 7 was, heb ik de bevalling van mijn broertje gezien. Ik schijn echt als een soort automonteur onder de baarkruk te hebben gelegen om alles goed te kunnen zien. In groep 7 en 8 had ik een hele leuke docent die er veel mee deed en in groep 8 ging mijn eigen spreekbeurt ook over de puberteit. Op de middelbare school kreeg ik meer de klassieke vorm van seksuele voorlichting in het tweede jaar bij verzorging. Zo’n typische les met een condoom en een neppiemel en dat was het wel zo ongeveer.”
Je beschrijft ‘Ik & seks’ als een sekspositief voorlichtingsboek, en besteedt hierin veel aandacht aan seksueel plezier en relaties. Hoe ben je ertoe gekomen om hierover een boek te schrijven?
“Seksuele voorlichting concentreert zich heel erg op de tweede klas van de middelbare school, dus rond de leeftijd van 13 jaar. Terwijl we ook weten dat jongeren in Nederland gemiddeld rond hun 18e voor het eerste seks hebben. Er zit dus vijf jaar tussen het moment dat je alles leert over seks en het moment dat je het voor het eerst doet. Ik heb met dit boek geprobeerd dat gat te vullen. Daarnaast heb ik het geschreven vanuit het idee dat seks iets leuks en fijns is, en met de gedachte: hoe gaat deze informatie jou als lezer helpen om meer plezierige seks te hebben? Dat aspect mist vaak in de traditionele seksuele voorlichting. Sekspositiviteit gaat er vanuit dat je jouw relaties en seksualiteit kunt invullen op de manier zoals jij dat het liefste wil. Daarvoor moet je weten wat de opties zijn, wat voor soort relaties je kan hebben.”
In het begin van het boek staat de volgende quote: “We weten goed hoe we veilig seks kunnen hebben. Nu moeten we ons richten op het laatste belangrijke punt: seks met wederzijds respect, seks waar je van kunt genieten!” Zijn we in de laatste fase van seksuele voorlichting beland of is het nooit echt klaar?
“We zijn nooit echt klaar. Maar op dit moment zijn er eigenlijk drie dingen die mis kunnen gaan tijdens seks: je wordt ongewenst zwanger, je krijgt een soa of je hebt te maken met seksuele grensoverschrijding. Je ziet dat voorlichting lang over een van die thema’s ging. In de jaren ‘50 en ’60 ging het over anticonceptiegebruik, in de jaren ‘80 over condoomgebruik ter voorkoming van aids. Nu gaat het over wensen en grenzen, met name over grenzen. Als het aan mij ligt kan het ook nog via een andere insteek – namelijk die positieve insteek. Maar als je die drie dingen kan voorkomen, dan kun je dus ook meer gaan kijken naar hoe je zo’n plezierig mogelijk seksleven kan hebben.”
Je hebt voor je boek jongeren geïnterviewd, en hun antwoorden een prominente plek gegeven in het boek. Met welk doel?
“Wat ik heel mooi vond, is dat hun quotes precies verwoorden wat ik met mijn boek wil meegeven. Ik kan wel zeggen dat de eerste keer niet zo is als in films, maar dan wordt het meteen heel belerend. Maar zij vertelden mij: ‘Tja, de eerste keer, zo bijzonder vond ik het helemaal niet’. Ook kreeg ik op de vraag ‘Wat maakt seks lekker?’ veel verschillende en niet-heteronormatieve antwoorden (heteronormatief = de aanname dat heteroseksualiteit de norm van de mens is). Dit vind ik heel belangrijk, want seksuele voorlichting richt zich nog te vaak op penetratie als seks.”
Hoe is het gesteld met de seksuele voorlichting op scholen in Nederland?
“Niet zo goed. Het is verplicht voor alle scholen om iets te doen, maar er wordt niks gezegd over de manier waarop. Het is daarom denk ik een probleem dat snel op het bord van de biologiedocent wordt gegooid, omdat voortplanting in de biologieles thuishoort. Maar alle andere onderwerpen – zoals de relationele en maatschappelijke aspecten van seks -, moeten opeens ook door een biologiedocent gegeven worden. Ik denk dat het daar misgaat, dat we van biologiedocenten verwachten dat zij overal deze onderwerpen kunnen lesgeven. Terwijl voortplanting en relaties hele andere verhalen zijn.”
“Geloof me, uitgebreide seksuele voorlichting brengt een prettigere sfeer op school en verbetert de band van de leraar met de leerlingen.”
Wat zou de beste vorm zijn volgens jou?
“Ik denk dat het mentoruur de beste plek is, omdat mentoren het meest contact hebben met hun leerlingen. Daarnaast moeten alle docenten er meer mee doen, zelfs de conciërge. Het gaat erom dat je niet alleen over seks praat in de les die erover gaat, maar dat je ook het gesprek aangaat als je bijvoorbeeld in de gang twee kinderen op hun telefoon porno ziet kijken. Iedere docent kan seksuele vorming ook binnen hun vakgebied behandelen. Ik sprak bijvoorbeeld een geschiedenisdocent die homoseksualiteit bij de Grieken en Romeinen behandeld. Maar ik denk wel dat er als eerste een schoolbrede visie geformuleerd moet worden, vanuit het idee: dit onderwerp vinden wij belangrijk en we moeten hier elk lesjaar iets mee. Geloof me, uitgebreide seksuele voorlichting brengt een prettigere sfeer op school en verbetert de band van de leraar met de leerlingen. Dat is mijn droom.”
Als we het hebben over seksuele voorlichting thuis, denk ik dat veel ouders denken: ‘Mijn kind wil het niet met mij over seksueel plezier hebben’.
“Ik denk dat daar meerdere dingen spelen. Het eerste is: ‘Nee, vind je het gek als je er nu pas mee begint?’ Ik denk dat we als ouders veel eerder moeten beginnen, eigenlijk bij de geboorte al. Veel ouders zijn geschokt dat hun kinderen weten dat om een baby te maken er een piemel in een vagina moet. Terwijl dat echt geen kwaad kan, een kind verdient gewoon een eerlijk antwoord. Eromheen praten creëert alleen maar verwarring en ruis. Ik vind dat ouders het initiatief moeten nemen om erover in gesprek te gaan. Kinderen leren van hun ouders: als jij zelf nooit over seks praat, gaat je kind dat ook niet ineens doen. Laat dus zien dat het een onderwerp is waar je het over wil hebben, en dat je kunt leren om erover te praten. Gewoon: oefening baart kunst.”
Belle Barbé (1992) studeerde Algemene Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en Sexuality Studies in San Francisco. Samen met Marilyn Sonneveld richtte ze in 2015 Wipsite op, met als doel het bieden met een feitelijke, eerlijke en positieve kijk op seksualiteit. Momenteel werkt ze bij GGD regio Utrecht als gezondheidsbevorderaar seksuele gezondheid. Daarnaast is ze met haar bedrijf SAFE in te huren voor het ontwikkelen van methodes, trainingen, lessen, publicaties en discussies op het gebied van seksualiteit.
Eind 2019 vertrok onze collega Eva naar India om daar twee maanden seksuele voorlichting te geven in een opvanghuis voor straatkinderen. De reis riep veel vragen bij haar op: over haar eigen ervaring met seksuele voorlichting en over seksuele voorlichting in Nederland in het algemeen. Ze ging erover in gesprek met Belle Barbé, expert op het gebied van seksuele voorlichting en schrijver van het boek ‘Ik & seks’.
Geschreven door: Eva Dieteren
Hoe zag mijn seksuele vorming eruit? Dat is de vraag die me de afgelopen maanden – in de periode dat ik in India seksuele voorlichting gaf – bezig hield. Ik kan me weinig concreets herinneren: mijn seksuele voorlichting op de middelbare school was alles behalve leerzaam en een serieus gesprek aan tafel over ‘de bloemetjes en de bijtjes’ heb ik nooit met mijn ouders gehad. Het antwoord op de vraag vond ik in de boekenkast van mijn ouders, waar al onze kinderboeken inmiddels stof staan te vangen. ‘Ben jij ook op mij?: een boek over seks voor jonge kinderen’ heet het boek, van Sanderijn van der Doef en Marian Latour. Vroeger vond ik het best spannend om door dit boek te bladeren, maar achteraf gezien heb ik er ontzettend veel aan te danken. Het boek bracht voor mij antwoord op vragen over verliefdheid en seksuele gevoelens die ik, voor mijn gevoel, niet elders kon stellen. Het bespreken met mijn ouders vond ik lastig en op school merkte ik al snel dat daar binnen de ‘traditionele voorlichtingslessen’ geen ruimte voor was.
Is er veel veranderd sinds ik in de puberteit zat, of blijft het zich beperken tot één les over voortplanting en soa’s? In mijn zoektocht kwam ik al snel uit bij Belle Barbé, pedagoog en schrijver van het sekspositieve voorlichtingsboek ‘Ik & seks’ (met illustraties van Merel Corduwener), dat in november 2019 is verschenen. Belle is een expert op het gebied van seksuele voorlichting: ze geeft workshops aan docenten en ouders en is mede-oprichter van Wipsite, een sekspositieve voorlichtingswebsite. Ik sprak Belle over haar boek en hoe het nou echt gesteld is met seksuele voorlichting in Nederland.
Laten we beginnen met een vraag over termen. Er bestaat seksuele voorlichting, vorming en opvoeding. Wat is het verschil tussen deze drie en aan welke term geef jij de voorkeur?
“Voorlichting klinkt als zo’n statisch moment. Zo van: ‘Nu gaan we je alles vertellen en daarna moet je het ook weten. Terwijl seksuele opvoeding – of seksuele en relationele vorming – laat zien dat seksualiteit en relaties omvangrijke onderwerpen zijn die je niet in een les kunt behandelen. En dat is ook niet wenselijk, want het is een voortdurend proces van je geboorte tot je dood.”
Wat voor seksuele voorlichting heb jij vroeger gehad? Zowel thuis als op school?
“Er bestond bij ons thuis altijd wel een hele vrije sfeer rondom seks. Toen ik 7 was, heb ik de bevalling van mijn broertje gezien. Ik schijn echt als een soort automonteur onder de baarkruk te hebben gelegen om alles goed te kunnen zien. In groep 7 en 8 had ik een hele leuke docent die er veel mee deed en in groep 8 ging mijn eigen spreekbeurt ook over de puberteit. Op de middelbare school kreeg ik meer de klassieke vorm van seksuele voorlichting in het tweede jaar bij verzorging. Zo’n typische les met een condoom en een neppiemel en dat was het wel zo ongeveer.”
Je beschrijft ‘Ik & seks’ als een sekspositief voorlichtingsboek, en besteedt hierin veel aandacht aan seksueel plezier en relaties. Hoe ben je ertoe gekomen om hierover een boek te schrijven?
“Seksuele voorlichting concentreert zich heel erg op de tweede klas van de middelbare school, dus rond de leeftijd van 13 jaar. Terwijl we ook weten dat jongeren in Nederland gemiddeld rond hun 18e voor het eerste seks hebben. Er zit dus vijf jaar tussen het moment dat je alles leert over seks en het moment dat je het voor het eerst doet. Ik heb met dit boek geprobeerd dat gat te vullen. Daarnaast heb ik het geschreven vanuit het idee dat seks iets leuks en fijns is, en met de gedachte: hoe gaat deze informatie jou als lezer helpen om meer plezierige seks te hebben? Dat aspect mist vaak in de traditionele seksuele voorlichting. Sekspositiviteit gaat er vanuit dat je jouw relaties en seksualiteit kunt invullen op de manier zoals jij dat het liefste wil. Daarvoor moet je weten wat de opties zijn, wat voor soort relaties je kan hebben.”
In het begin van het boek staat de volgende quote: “We weten goed hoe we veilig seks kunnen hebben. Nu moeten we ons richten op het laatste belangrijke punt: seks met wederzijds respect, seks waar je van kunt genieten!” Zijn we in de laatste fase van seksuele voorlichting beland of is het nooit echt klaar?
“We zijn nooit echt klaar. Maar op dit moment zijn er eigenlijk drie dingen die mis kunnen gaan tijdens seks: je wordt ongewenst zwanger, je krijgt een soa of je hebt te maken met seksuele grensoverschrijding. Je ziet dat voorlichting lang over een van die thema’s ging. In de jaren ‘50 en ’60 ging het over anticonceptiegebruik, in de jaren ‘80 over condoomgebruik ter voorkoming van aids. Nu gaat het over wensen en grenzen, met name over grenzen. Als het aan mij ligt kan het ook nog via een andere insteek – namelijk die positieve insteek. Maar als je die drie dingen kan voorkomen, dan kun je dus ook meer gaan kijken naar hoe je zo’n plezierig mogelijk seksleven kan hebben.”
Je hebt voor je boek jongeren geïnterviewd, en hun antwoorden een prominente plek gegeven in het boek. Met welk doel?
“Wat ik heel mooi vond, is dat hun quotes precies verwoorden wat ik met mijn boek wil meegeven. Ik kan wel zeggen dat de eerste keer niet zo is als in films, maar dan wordt het meteen heel belerend. Maar zij vertelden mij: ‘Tja, de eerste keer, zo bijzonder vond ik het helemaal niet’. Ook kreeg ik op de vraag ‘Wat maakt seks lekker?’ veel verschillende en niet-heteronormatieve antwoorden (heteronormatief = de aanname dat heteroseksualiteit de norm van de mens is). Dit vind ik heel belangrijk, want seksuele voorlichting richt zich nog te vaak op penetratie als seks.”
Hoe is het gesteld met de seksuele voorlichting op scholen in Nederland?
“Niet zo goed. Het is verplicht voor alle scholen om iets te doen, maar er wordt niks gezegd over de manier waarop. Het is daarom denk ik een probleem dat snel op het bord van de biologiedocent wordt gegooid, omdat voortplanting in de biologieles thuishoort. Maar alle andere onderwerpen – zoals de relationele en maatschappelijke aspecten van seks -, moeten opeens ook door een biologiedocent gegeven worden. Ik denk dat het daar misgaat, dat we van biologiedocenten verwachten dat zij overal deze onderwerpen kunnen lesgeven. Terwijl voortplanting en relaties hele andere verhalen zijn.”
“Geloof me, uitgebreide seksuele voorlichting brengt een prettigere sfeer op school en verbetert de band van de leraar met de leerlingen.”
Wat zou de beste vorm zijn volgens jou?
“Ik denk dat het mentoruur de beste plek is, omdat mentoren het meest contact hebben met hun leerlingen. Daarnaast moeten alle docenten er meer mee doen, zelfs de conciërge. Het gaat erom dat je niet alleen over seks praat in de les die erover gaat, maar dat je ook het gesprek aangaat als je bijvoorbeeld in de gang twee kinderen op hun telefoon porno ziet kijken. Iedere docent kan seksuele vorming ook binnen hun vakgebied behandelen. Ik sprak bijvoorbeeld een geschiedenisdocent die homoseksualiteit bij de Grieken en Romeinen behandeld. Maar ik denk wel dat er als eerste een schoolbrede visie geformuleerd moet worden, vanuit het idee: dit onderwerp vinden wij belangrijk en we moeten hier elk lesjaar iets mee. Geloof me, uitgebreide seksuele voorlichting brengt een prettigere sfeer op school en verbetert de band van de leraar met de leerlingen. Dat is mijn droom.”
Als we het hebben over seksuele voorlichting thuis, denk ik dat veel ouders denken: ‘Mijn kind wil het niet met mij over seksueel plezier hebben’.
“Ik denk dat daar meerdere dingen spelen. Het eerste is: ‘Nee, vind je het gek als je er nu pas mee begint?’ Ik denk dat we als ouders veel eerder moeten beginnen, eigenlijk bij de geboorte al. Veel ouders zijn geschokt dat hun kinderen weten dat om een baby te maken er een piemel in een vagina moet. Terwijl dat echt geen kwaad kan, een kind verdient gewoon een eerlijk antwoord. Eromheen praten creëert alleen maar verwarring en ruis. Ik vind dat ouders het initiatief moeten nemen om erover in gesprek te gaan. Kinderen leren van hun ouders: als jij zelf nooit over seks praat, gaat je kind dat ook niet ineens doen. Laat dus zien dat het een onderwerp is waar je het over wil hebben, en dat je kunt leren om erover te praten. Gewoon: oefening baart kunst.”
Belle Barbé (1992) studeerde Algemene Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en Sexuality Studies in San Francisco. Samen met Marilyn Sonneveld richtte ze in 2015 Wipsite op, met als doel het bieden met een feitelijke, eerlijke en positieve kijk op seksualiteit. Momenteel werkt ze bij GGD regio Utrecht als gezondheidsbevorderaar seksuele gezondheid. Daarnaast is ze met haar bedrijf SAFE in te huren voor het ontwikkelen van methodes, trainingen, lessen, publicaties en discussies op het gebied van seksualiteit.