Waarschijnlijk ken je het verhaal wel: miljoenen stoere, sterke spermacellen racen na een ejaculatie samen de vrouw binnen, op zoek naar het eitje. De weg naar de baarmoeder is vijandig gebied waarbij de spermacel allerlei obstakels moet ontwijken. Het eitje ligt daarbij passief te wachten tot de snelste spermacel bij haar naar binnen dringt. Dat past mooi binnen het plaatje dat we hebben van mannen en vrouwen: de man verovert, de vrouw wacht af tot ze veroverd wordt. Maar klopt dat eigenlijk wel?
Nou nee, dit verhaal klopt dus niet. Journalist en schrijver Emma Curvers sprak er in 2016 al over in een lezing over haar essay voor de bundel Vrouwen Schrijven niet met hun Tieten, en laatst nog in het programma Me Jane You Tarzan?. Sociaalwetenschapper Linda Duits schreef er vorig jaar een artikel over voor Brainwash en wetenschapsjournalist Asha ten Broeke noemde het twee weken geleden in haar column. Er wordt dus best veel geschreven over het onderwerp, en de onderzoeken die het tegendeel bewijzen zijn ouder dan ikzelf. Waarom heb ik het dan toch op deze manier geleerd? En hoe zit het echt?
De wetenschap baseert zich op stereotypen
In 1991 publiceerde de Amerikaanse antropoloog Emily Martin haar essay The Egg and the Sperm: How Science Has Constructed a Romance Based on Stereotypical Male-Female Roles. De titel zegt het al: de wetenschap heeft zich in het spermacel-eicel verhaal gebaseerd op stereotiepe genderrollen, verwoord in stereotiepe taal. En is dus helemaal niet zo objectief. Of zoals Linda Duits het verwoordt: wetenschap is nooit neutraal, want: “de taal die we gebruiken om processen in de natuur te beschrijven is immers gekleurd door onze cultuur.”
Het eerder genoemde NPO-programma Me Jane You Tarzan wijdde een aflevering aan dit fenomeen van stereotypen in de wetenschap, waarin de presentator samen met Emma Curvers naar een aantal filmpjes keek die bedoeld zijn voor seksuele voorlichting. In één van de filmpjes zwemmen stoere spermacellen met zwembrilletjes heel hard en vastberaden richting hun doel, terwijl de eicel volgens Curvers afgebeeld wordt als een soort “suffe gele bal”, die ergens ligt te wachten.
Traditionele rolpatronen over mannen en vrouwen
Natuurlijk zijn metaforen handig om zo’n ingewikkeld proces van cellen voor kinderen (en volwassenen) te versimpelen en duidelijk te maken. Maar dit soort metaforen, die we nu nog steeds veel gebruiken, zijn seksistisch en kloppen niet met de waarheid. Omdat ze gebaseerd zijn op clichébeelden van de rol van vrouwen en mannen die helemaal niks met biologische processen te maken hebben.
Een goede samenwerking
Om te kijken hoe het dan wel zit gaan we terug naar Emily Martin, die dat in haar essay haarfijn uitlegt. En dat is veel minder stereotiep dan we dachten. Zo is het niet waar dat zaadcellen doelbewust en uit zichzelf zo snel mogelijk hun weg vinden door het vrouwelijk geslachtsorgaan. De spermacelletjes komen juist vooral vooruit door de pompende en stuwende bewegingen die de baarmoeder en eileiders maken. Helemaal niet passief dus, die eicel! Het blijkt dat een spermacel vooral maar een beetje heen en weer beweegt, en een tien keer sterkere zijwaartse kracht heeft dan kracht om recht vooruit te gaan. Die spermacel kan dus echt niet zonder begeleiding.
Bovendien helpt de eicel de spermacel nog een extra handje, door een signaaltje af te geven waardoor de spermacel weet welke kant ‘ie op moet. Daarbij is het ook nog eens onwaar dat de snelste spermacel ook daadwerkelijk degene is die uiteindelijk de meeste kans heeft om het eitje te mogen bevruchten.
Ook de voorstelling dat, eenmaal aangekomen, zo’n spermacel de passieve eicel eigenhandig ‘penetreert’ en bevrucht, overschat de rol van de spermacel. Eerder dan dat de spermacel de eicel ‘doorboort’, zou je dit deel van de bevruchting kunnen zien als een samensmelting van de eicel en de spermacel. Daarbij heeft de eicel twee laagjes waar de spermacel doorheen moet. De eicel geeft een stofje af dat de spermacel hyperactief maakt, en de energie geeft om zich er harder doorheen te wroeten. Dan fuseert de spermacel met de eicel.
Zo gaat het dus niet
Biologisch bepaald? Dus niet!
Dat we het verhaal van de bevruchting, nota bene het verhaal van onze oorsprong, zo fout aangeleerd krijgen is best schandalig. Door dit onjuiste verhaal te blijven vertellen en de hoofdrolspelers een gender te geven (spermacel is mannelijk, eicel is vrouwelijk), versterkt het oude stereotype beeld van de zwakke ‘damsels in distress’ en hun sterke, mannelijke redders. Zoals Martin benadrukt: doordat deze stereotypen nu worden toegeschreven op het niveau van de cel, lijkt het net alsof ze biologisch bepaald en dus onveranderbaar zijn.
Doordat deze stereotypen nu worden toegeschreven op het niveau van de cel, lijkt het net alsof ze biologisch bepaald en dus onveranderbaar zijn.
Seksisme in de wetenschap
Dit verhaal is nog maar het tipje van de sluier. Lees bijvoorbeeld eens Angela Saini’s Inferior, or how science got women wrong, en je zult zien dat deze misvatting onderdeel is van een groter geheel van seksisme in de wetenschap. Komt het doordat mannen nog altijd oververtegenwoordigd zijn in de natuurwetenschappen? Wellicht. Wat daarbij niet helpt is dat seksistische taal en afbeeldingen in lesboeken voor bijvoorbeeld biologie op hun beurt bij vrouwen en meisjes het idee weer bevestigen dat wetenschap niet voor hen bedoeld is.
Zet je genderbril op!
Tijd voor verandering dus! “Één duidelijke feministische uitdaging is om slapende metaforen in de wetenschap wakker te maken”, schrijft Martin ook in haar essay. Laten we dus allemaal (maar vooral ook alle wetenschappers) onze genderbril opzetten en zo veel mogelijk bewustzijn van stereotypen creëren, om ze vervolgens omver te werpen! Want een eicel is zo veel meer dan een suffe gele bal.