Op ons Congres Gender & Gezondheid stonden meer dan 50 sprekers met elk hun eigen verhaal over gender en gezondheid. In ‘Hartfalen en hartinfarcten bij vrouwen’ vertellen dr. Paula Mommersteeg, dr. Vanessa van Empel en Dorien Kimenai over de invloed van stress op hartproblemen en vrouwelijke vormen van hartfalen.
Door verslaggever: Patricia Vlasman
In Nederland sterven er elke dag 56 vrouwen aan hart- en vaatziekten. Symptomen kunnen zich bij vrouwen anders voordoen dan bij mannen, waardoor hartproblemen bij vrouwen soms niet worden herkend. Daarom zet WOMEN Inc. zich, samen met verschillende zorgprofessionals, in om aandacht te vragen voor het vrouwenhart en de genderverschillen op het gebied van hart- en vaatziekten.
Invloed van stress op hartproblemen
Bioloog Paula Mommersteeg (universitair docent, Tilburg University) doet onderzoek naar stress en de ontwikkeling van hartinfarcten. Zij ziet dat bij vrouwen psychosociale stress – zoals somberheid, scheiding, ruzie of verlies van werk – een grotere kans op hartinfarcten geeft dan bij mannen. Vrouwen gaan, meer dan mannen, gebukt onder stress bij het managen van gezin, werk en huishouden.
Bestaat er een typische vrouwelijke vorm van hartfalen?
Onderzoeker Vanessa van Empel (cardioloog, Maastricht UMC+) ervaart dat er meer vrouwen aan hartfalen lijden dan mannen, maar dat mannen op de ziekenhuispoli’s juist oververtegenwoordigd zijn. Dit heeft alles te maken met het moeilijk in beeld brengen van problemen in de kleine bloedvaatjes, wat vaker voorkomt bij vrouwen. Van Empel ondervindt dat vrouwen met klachten sneller de deur worden gewezen dan mannen.
70 procent van vrouwen met hartfalen hebben last van diastolisch hartfalen. Hierbij behoudt het hart zijn pompfunctie. Niet het samentrekken van de hartspier is het probleem, maar juist de ontspanningsfase. De hartspier is stug en stijf en ontspant zich minder goed dan normaal. De oorzaak van diastolisch hartfalen is nog onbekend, maar vrouwen lopen een extra hoog risico op deze vorm van hartfalen. Dit resulteert in een hoog aantal, want 132.200 vrouwen in Nederland hebben hartfalen.
Hartinfarcten anders meten bij vrouwen
Dorien Kimenai, klinisch epidemioloog (Maastricht UMC+), onderzoekt de biomarkers (stoffen) die gebruikt worden om de diagnose van een hartinfarct in het bloed aan te tonen. Cardiaal troponine is een eiwit dat bij schade aan de hartspier vrijkomt in de bloedsomloop. Verhoogde troponine waarden kunnen dus wijzen op een hartinfarct. Maar de zogenoemde afkapwaarde – de waarde waarbij wel of niet een hartinfarct wordt vastgesteld – van troponine blijkt in vrouwen minder hoog te liggen dan bij mannen. Met andere woorden: bij vrouwen moet waarschijnlijk anders gemeten worden en andere waarden worden gebruikt!
Fotografie: Ilvy Njiokiktjien & Rebke Klokke
Lees ook de andere verslagen die gemaakt zijn op het Congres Gender & Gezondheid.