Feit of fabel? Mythes over seks

Zolang mythes en stereotypen ons beeld van seks bepalen, hebben vrouwen en mannen niet dezelfde verwachtingen van seks. Dit zorgt ervoor dat vrouwen een lager seksueel welzijn en meer seksuele problemen hebben dan mannen. Ook zet dit de positieve seksuele ontwikkeling van meiden en jongens onder druk.

Geschreven door: Femke van Heun

1. Pijn bij de eerste keer seks is normaal

“Deed het pijn?” is vaak een van de eerste vragen na de eerste keer penis-in-vaginaseks. Dat is niet zo gek: Bij driekwart van de meiden doet de eerste keer vaginale seks pijn. Slechts 28% van de meiden beschrijft de eerste keer seks als ‘fijn’, tegenover 64% van de jongens.

Wat wél gek is, is dat pijn bij de eerste keer seks zo normaal gevonden wordt. Pijn hoort niet bij seks. Bloeden ook niet, en er is geen maagdenvlies dat doorbroken moet worden.

Pijn en bloed komen door een gebrek aan ontspanning en opwinding. Spanning zorgt voor verkramping van de bekkenbodemspieren, wat pijn veroorzaakt. Ook kunnen spanning en een gebrek aan lubricatie zorgen voor een bloeding. De gedachte dat de vagina ‘te nauw’ is en moet worden ‘opgerekt’ is onzin: De vagina is geen spier die je (on)bewust kan aanspannen. De vagina kan wel wijder worden bij voldoende seksuele opwinding, maar veert altijd weer terug naar de oorspronkelijke vorm.

Pijn heeft dus niets met anatomie te maken en alles met (mentale) spanning. Dit werkt als een vicieuze cirkel: Omdat vrouwen (en hun partners!) denken dat de eerste keer pijn doet, zijn ze gespannen, wat de kans op pijn en bloeden vergroot. Bijna de helft van de vrouwen die pijn ervaren tijdens vaginale seks beschouwen dit als normaal, maar dat is het niet. Ontspanning en opwinding zijn essentieel voor seks zonder pijn, ook bij de eerste keer. 

2. Vrouwen komen minder snel klaar 

Er bestaan veel misvatting rondom het orgasme van de vrouw: het zou langer duren, meer voorwaarden nodig hebben en zelfs meer ‘emotioneel van aard’ zijn dan het orgasme van de man.

Seksuele opwinding werkt bij vrouwen en mannen hetzelfde. Het vermogen om seksueel plezier te ervaren is voor vrouwen als mannen even groot. Ook weten we uit verschillende onderzoeken dat zowel vrouwen als mannen even snel een orgasme kunnen krijgen (gemiddeld 3 minuten).

Toch is er een orgasmekloof: Tijdens hetero seks hebben mannen gemiddeld 95% van de tijd een orgasme, tegenover 65% van de vrouwen. Voor vrouwen die seks hebben met vrouwen dit percentage een stuk hoger, namelijk 86%. Mannen bereiken dus wel vaker een orgasme, maar het is onjuist om te denken dat dit om een biologisch verschil gaat. 

De oorzaak van de orgasmekloof heeft vooral te maken met sociale normen en verwachtingen rondom heteroseks en de kennis van de geslachtsorganen van de vrouw. Dat mannen snel opgewonden raken en daar iets mee ‘moeten’ is een genormaliseerd denkpatroon, terwijl het uitblijven van een orgasme bij vrouwen als normaal wordt gezien. Ook wordt er nog te vaak gedacht dat vrouwen door vaginale seks een orgasme kunnen bereiken (zie ook ‘het vaginaal orgasme’). Het uitblijven van een orgasme bij vrouwen heeft dus ook vooral te maken met te weinig of verkeerde seksuele prikkels. 

3. Het ‘vaginaal’ orgasme

“Omdat mannen een orgasme krijgen door penis-in-vaginaseks, wordt aangenomen dat dit ook voor vrouwen geldt. Dit is echter een wijdverbreid misverstand” (van Alderen, 2023, p. 65)

Series, films, boeken en porno versterken dit idee door te laten zien dat vrouwen klaarkomen door alleen penis-in-vaginaseks, vaak tegelijkertijd met de man. Dit geeft de indruk dat deze vorm van seks voor zowel mannen als vrouwen bevredigend is. 

In werkelijkheid is het voor vrouwen veel moeilijker om een orgasme te bereiken via penis-in-vaginaseks. Dat zit namelijk zo: Vrouwen krijgen een orgasme door stimulatie van het clitorisorgaan. De clitoris is tien tot twaalf centimeter en kan via verschillende kanten aangeraakt worden: langs de binnenkant, via de vagina, of langs de buitenkant. Bij vaginale stimulatie kunnen de dieper liggende delen van de clitoris wel gestimuleerd worden, maar feit blijft dat er bij penis-in-vaginaseks geen direct contact is tussen de clitoris en de penis. Bovendien bestaat er dus ook niet zoiets als een ‘vaginaal orgasme’. Alle orgasmes van een vrouw zijn clitoraal.

De mythe over het ‘vaginaal orgasme’ heeft een lange geschiedenis. De geslachtsorganen van een vrouw en ‘vrouwelijke seksualiteit’ werd vaak gezien als iets mysterieus. Dit komt echter niet door een gebrek aan kennis. In 1844 was de clitoris bijvoorbeeld al volledig in kaart gebracht, maar deze kennis verdween aan het eind van de negentiende eeuw uit medische boeken. 

Sigmund Freud droeg sterk bij aan misvattingen rondom het orgasme van de vrouw met zijn ‘Clitoraal-vaginale-transfer’-theorie uit 1905. Volgens Freud hadden vrouwen twee seksuele organen: de clitoris en de vagina. Hij stelde dat clitorale orgasmes een teken van seksuele en psychologische onvolwassenheid waren. Vrouwen zouden alleen genot kunnen ervaren door vaginale penetratie. Vrouwen die geen vaginaal orgasme kregen, beschouwde hij zelfs als psychisch gestoord. 

Zo werd de seksualiteit van vrouwen gereduceerd tot het ‘passief’ ontvangen van een penis. Hoewel deze ideeën inmiddels achterhaald en weerlegd zijn, heeft deze theorie nog lang invloed gehad op hoe we de seksualiteit van vrouwen en seks tussen vrouwen en mannen zien. Zo duurde het ook jaren voordat er weer een accuraat beeld van de clitoris in biologieboeken kwam.

4. Spermacellen ‘bevruchten’ de eicel

Wanneer het over ‘bevruchting’ gaat komt er al snel een beeld naar boven: een race tussen spermacellen om als eerste de eicel te bevruchten. 

Het idee dat spermacellen actief naar de passieve eicel zwemmen, klopt alleen niet. Ook weerspiegelt het een eenzijdige blik op voortplanting. Niet alleen spermacellen, maar ook het voortplantingsorgaan van de vrouw draagt actief bij aan de bevruchting van een eicel:

“Zodra de spermacellen bij de vagina arriveren, is het immers de vrouw die haar middelen inzet om hun dynamiek en functie, en uiteindelijk de voltooiing van conceptie, te regelen. De spermacellen krijgen in het klassieke, nog steeds wijdverspreide verhaal veel te veel credits” (De Wit, 2023)

Spermacellen ‘zwemmen’ dus niet helemaal zelf naar de eicel. Het is ook het voortplantingsstelsel van de vrouw dat de bewegingen van de spermacellen reguleert. Zo worden er al spermacellen geselecteerd bij het eerste contact met het baarmoederslijmvlies. Ook werkt de eicel actief mee: de eicel brengt een spermacel naar binnen met trilhaartjes. Zonder deze actie is het voor spermacellen niet mogelijk om een eicel binnen te dringen. 

Dit hardnekkige beeld van voortplanting bevestigt het stereotype beeld van de ‘passieve vrouw’ en ‘actieve man’. De Nederlandse biologieboeken ontkrachten dit beeld niet. Ook heeft het invloed op onderzoek en de wetenschap: er wordt 6 keer vaker onderzoek gedaan naar de ‘mannelijke’ mechanismen die bepalend zijn voor welke spermacel uiteindelijk met de eicel fuseert. 

Meer lezen?

Gerelateerde artikelen

Zoeken

Voer uw zoektermen in om de gewenste informatie te vinden.

blijf betrokken

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontdek hoe jij kunt bijdragen aan een betere toekomst. Of meld je aan voor een van onze andere nieuwsbrieven.

Ga naar de inhoud