Fat Activist Jenny Klijnsmit: “Als ik nu in de spiegel kijk, voel ik geen schaamte meer.”

In een tijd waarin ideeën over schoonheid en gezondheid aan het veranderen zijn en we begrippen als body positivity, self-love en self-care veel op social media zien, worden dikke mensen nog altijd gestigmatiseerd en uitgesloten. Ze zijn vaak het slachtoffer van fatshaming: het stigmatiseren, discrimineren of belachelijk maken van een dik persoon. Wat gevoed wordt door ‘fatphobische’ gedachten1Fatphobia, letterlijk te vertalen als ‘vetfobie’, is een afkeer tegen of een minachting en angst om dik(ker) te worden en dikke mensen. Ik sprak met Jenny Klijnsmit, van stichting Dikke Vinger, over haar ervaringen met fatshaming, fatphobia en haar werk als fat activist.

Klijnsmit (49) werkt in het dagelijks leven bij concert- en congresgebouw de Doelen als coördinator tickets en service. Ze kreeg al jong te maken met negatieve ideeën over dik zijn en worstelde jarenlang met haar lichaam. Deze gedachten veranderen als ze in aanraking komt met de fat acceptance beweging. “Als ik nu in de spiegel kijk, voel ik geen haat en schaamte meer. Dit is wat het is, het is van mij en ik ga er heel lief voor zijn en goed voor zorgen.” Bij stichting Dikke Vinger is ze werkzaam als bestuurslid en projectleider. Haar doel: een samenleving waarin dikke mensen gelijkwaardig kunnen leven, vrij van stigma en discriminatie.

Geschreven door: Oumnia Kharrat

Hoe ben je voor het eerst in aanraking gekomen met fatphobia?

“Als puber ben ik in de brugklas m’n eerste dieet gestart, omdat ik opmerkingen kreeg dat ik een dikke kont had. Even ter referentie: ik had toen maatje 36. Als je in de puberteit komt gaan er natuurlijk allemaal vormen groeien en ik wist toen ook al dat dik zijn niet ‘goed’ was. Door de opmerkingen over mijn billen had ik expliciet al meegekregen dat ik dik zijn moest proberen te voorkomen. Maar het wordt vooral impliciet bevestigd: het is de cultuur om je heen, hoe mensen over zichzelf praten in de lunchpauze of hoe er wordt gesproken over dikke mensen. Dik zijn wordt onterecht gezien als fout, verkeerd, ongezond en natuurlijk ook onaantrekkelijk.”

“Het is de cultuur om je heen, hoe mensen over zichzelf praten in de lunchpauze of hoe er wordt gesproken over dikke mensen.”

“Ik kan me herinneren dat het voor mij begon met maaltijden overslaan en mezelf obsessief wegen om zo een paar kilo af te vallen. Maar als ik afviel, kwam ik dat ook weer aan. Dat is jarenlang zo doorgegaan en zorgde voor schuldgevoelens en schaamte waardoor ik stiekem ging eten. Het is ook nooit in me opgekomen dat ik er voor zou kunnen kiezen om niet af te vallen. In mijn hoofd was iedereen die dik was net zo ongelukkig als ik. Succesvolle mensen vallen af en zijn daarna dun. De mensen die het niet lukt – zoals ik – die waren in mijn ogen geen succes.”

Hoe is het gelukt om van deze gedachten af te komen?

“Na een lange periode van proberen en met het gevoel gefaald te hebben, ben ik in 2011 in een verslavingskliniek opgenomen. Daar werd ik behandeld als iemand met een eetverslaving, onder begeleiding van een diëtist uit Amerika die mensen helpt in contact te komen met hun lichaam. Ze zorgde ervoor dat ik regelmatig leerde eten in plaats van maaltijden overslaan en weer kon aanvoelen of ik honger had. Bovendien leerde ze mij ook dat al het eten goed was, iets wat ik eerst echt niet kon geloven en waar ik ook veel moeite mee had.”

“Ze gaf ons in die tijd ook handouts waarop stond: ‘Normaal eten is af en toe je bord compleet leegeten en de andere keer niet’. Ik was benieuwd naar de oorsprong hiervan en kwam online uit bij de fat acceptance beweging. Deze beweging, ontstaan in de jaren ’60 in de VS, wil het stigma rond dikke mensen doorbreken en focust zich op sociale en institutionele barrières die in de samenleving bestaan. Het was een hele openbaring dat er een beweging van dikke mensen is die hun lichaam niet haten en uitspreken dat het oké is om te zijn zoals je bent.”

“De diëtist leerde mij dat al het eten goed was. Dat kon ik eerst echt niet geloven en ik had hier veel moeite mee.”

“Uiteindelijk ben ik zelf een blog gestart om mijn eigen reis binnen deze beweging vast te leggen, omdat ik op het eerste gezicht niemand kon vinden in Nederland die er net zo instond als ik. Langzaam leerde ik mensen kennen online en kreeg ik vrienden met wie ik kon praten over onze ervaringen. Als ik nu in de spiegel kijk, voel ik geen haat en schaamte meer. Dit is wat het is, het is van mij en ik ga er heel lief voor zijn en goed voor zorgen.”

Wanneer heb je te maken gehad met fatphobia door mensen om je heen?

“Het is niet zo dat mensen zomaar op me afstappen en van alles roepen. Maar toen ik naar de huisarts ging voor mijn knieën, werd ik bijvoorbeeld niet serieus genomen. De arts zei meteen: “Ik denk dat je je leefstijl moet aanpassen. Gewoon wat meer lopen.” Zonder dat ze aan mij vroeg hoeveel ik dagelijks bewoog. Gelukkig was ik al ver in mijn acceptatieproces en had ik geen moeite om ertegenin te gaan. Dat had ze denk ik niet verwacht.” 

“Vooral haar non-verbale reacties waren ontzettend vervelend en als ik aanwees waar ik pijn had, negeerde ze me. Ze was er eigenlijk op tegen, maar ik heb aangegeven dat ik graag een MRI-scan wilde laten maken. Dat wimpelde ze af en ze bleef benadrukken dat er waarschijnlijk toch niets te zien zou zijn. Ik heb mijn poot stijf gehouden, en achteraf bleek uit die MRI-scan dat ik artrose heb. De volgende afspraak deed ze compleet anders en was ze heel vriendelijk tegen me. Waar ze eerst had gezegd dat ik maar paracetamol moest slikken en door de pijn heen moest lopen, gaf ze toen aan dat ik écht moest stoppen zodra ik pijn had.”

Fotograaf: Anoesjka Minnaard

Hoe ben je bij Dikke Vinger terechtgekomen en wat doen zij?

“In 2018 startten Non van Driel en Merel Wildschut een supportgroep genaamd Dikke Vinger. Na een aantal keer samen te zijn gekomen, beseften we ons dat het niet aan ons ligt, maar aan hoe wij worden behandeld door anderen. Uit die supportgroep vloeide de stichting waar we werken aan een samenleving waarin dikke mensen vrij van stigma en discriminatie kunnen leven.”

“We beseften ons dat het niet aan ons ligt, maar aan hoe wij worden behandeld door anderen.”

“We proberen verandering door te voeren op drie niveaus: intra-persoonlijk, inter-persoonlijk en institutioneel. Intra-persoonlijk gaat over je eigen gevoelens en zelfbeeld. We helpen dikke mensen om hun geïnternaliseerde angst en schuldgevoelens rondom dik zijn te onderzoeken. Wanneer we het hebben over inter-persoonlijk, gaat het om de interactie tussen mensen en willen we mensen weerbaarder maken zodat ze voor zichzelf kunnen opkomen. Op het intersectionele niveau focussen we op hoe de samenleving is ingericht, bijvoorbeeld wanneer dikke mensen worden uitgesloten in de zorgsector of op de banenmarkt.” 

“Om deze veranderingen teweeg te brengen, organiseren we allerlei activiteiten: we hebben een kledingruil en stranddag georganiseerd, een podcast, geven workshops, hebben een checklist die mediamakers uitlegt hoe je dikke mensen kunt afbeelden en bieden consultancy aan bedrijven om hun website vriendelijker te maken voor dikke mensen. En we lanceren campagnes zoals ‘Dik Bij De Dokter’, waarmee we gewichtsdiscriminatie in de zorg aanpakken.”

Wat vind je van body positivity en de rol van media in dit debat?

“Body positivity is een beweging die zich richt op het idee dat alle lichamen goed zijn en gezien mogen worden. Het is daarmee voor iedereen – van dik tot dun – toepasselijk, wanneer je onzeker bent over je lichaam. Het past daarom goed bij het eerder genoemde intra-persoonlijke niveau, maar dikke mensen lopen ook tegen diepgewortelde problemen aan. Je kunt nog zo lekker in je vel zitten, maar dat verandert niets aan de manier waarop je door de samenleving wordt behandeld. De beweging is dus fijn voor erbij, maar het verandert niets concreets aan de situatie waar wij als dikke mensen in zitten.”

“Wat betreft media probeer ik alles zo veel mogelijk in mijn eigen bubbel te laten passen, door alles te vermijden wat in mijn ogen kwaad kan. Ik kijk bijvoorbeeld geen tv meer en gebruik ad-blockers in mijn browser omdat ik reclames triggerend kan vinden. In plaats daarvan kijk ik naar streaming services als Netflix en NPO Start. En op social media blokkeer bijvoorbeeld alles wat te maken heeft met diëten. Binnen de grotere discussie vind ik dat sociale media een verbindende rol zou moeten hebben. Het heeft voor mij in ieder geval voor verbinding gezorgd, ik had al die accounts nooit ontdekt zonder Facebook dus daar ben ik ook heel dankbaar voor.”

Wat is je hoop voor de toekomst?

“Als Dikke Vinger kunnen wij hopelijk veel zaadjes planten bij mensen en artsen om zo het bewustzijn over gewichtsdiscriminatie te creëren. Mijn hoop is vooral gevestigd op de jongere generatie. Ik ben nu bijna 50 en als ik praat met mensen van mijn generatie, merk ik dat het voor hen heel moeilijk is om zich vanuit die vaststaande beelden over dik zijn los te wrikken. Bij de jongere generatie is dat niet zo, bovendien zijn ze zich meer bewust van alle verschillende vormen van uitsluiting. Ze zien het systemische bij racisme, homofobie, transfobie en validisme en dus ook bij gewichtsdiscriminatie. Ze kunnen het daardoor zien en benaderen als onderdeel van het geheel.”
Dikke Vinger is de eerste stichting in Nederland die de belangen van dikke mensen op een inclusieve manier benadert. Ze willen niet het lichaamsgewicht van mensen veranderen, maar wel de systemen die dikke mensen buitensluiten, benadelen en beperken.

 

  • 1
    Fatphobia, letterlijk te vertalen als ‘vetfobie’, is een afkeer tegen of een minachting en angst om dik(ker) te worden en dikke mensen.
Gerelateerde artikelen

Zoeken

Voer uw zoektermen in om de gewenste informatie te vinden.

blijf betrokken

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontdek hoe jij kunt bijdragen aan een betere toekomst. Of meld je aan voor een van onze andere nieuwsbrieven.

Ga naar de inhoud