Ik zat op een terras en ik kreeg zin om m’n koffielepeltje in iemands oog te duwen. Hoe dat zo? Nou, op een terras zaten een zwangere vrouw en haar vriend aan het tafeltje naast me, en ik ben zelf ook zwanger, dus de ene zwangere toeter wijst op de ander en dan is het al snel ‘hoe ver ben jij’ en ‘goh wat leuk’. Je moet toch wat. En toen maakte hij een opmerking, en toen ging zij daar nog eens overheen. Nou, en toen ging het dus helemaal verkeerd.
Het begon heel aardig hoor, we praatten wat over dikke enkels en wel of niet een pret-echo. Toen vroeg ze ‘zit jij op cursus?’ Dus ik vertelde dat ik inderdaad braaf iedere week op een yogamat mijn vaginaspieren aan het trainen was voor het pijnlijkste K-moment van mijn leven (sorry! Mooiste moment!). Nou, zij dus ook. Nog niks aan de hand. En toen dacht: betrek die man ook even bij het gesprek joh! (foute beslissing) en vroeg of hij de partnerles al had gehad? Waarop hij lachend zei: ‘Ga me een beetje tussen de wijven zitten puffen. Ben je gek!’ Ik dacht ‘pardon?’ en zei dat geloof ik ook. Maar toen zei zij breed lachend ‘nee joh, dat is écht niets voor hem. Bevalling, luiers, baby’s: dat is meer ons ding. Toch?’ En toen kreeg ik een dikke knipoog, zo van you know what I’m talking about sister! High five op ons ding. Dat was het lepeltje-moment, want ugh, en aaaah, en zo keek ik er ook bij, vrees ik.
Alleen naar een partnerles en daar in je up met je zwangere doos weeën oefenen, was dat haar ding? Baby’s verschonen, kan dat iemands ding echt zijn? Zijn er pisluier-retraites waar ik niets vanaf weet? Waar je je écht vrouw kan voelen? Toe nou.
Mensen die zich verschuilen achter rolpatronen, ten koste van zichzelf of een ander, man of vrouw; ik kan er nog slechter tegen sinds de baby er is.
Bij mij thuis (1 dochter, 1 op komst) was de zorg niemands ‘ding’. Mijn partner (een vrouw, dus het zou toch haar ding moeten zijn) riep twee weken na de geboorte van onze dochter vanuit de babykamer, babyschijt tot op haar ellebogen: ‘ik kan dit niet hoor!’ Ze kan nu, een jaar later, luiers verschonen, bellen én de baby de fles geven tegelijk. Mijn vriendin droeg onze eerste, dus de steunende partnerrol was voor mij: Ik zeulde boodschappen de trappen op, verfde mopperend de kinderkamer (niet mijn ding) en gaf voetmassages. Toen de baby er was nam ik drie weken onbetaald verlof. Ik werd een pro in luiers verschonen, flesjes spoelen, de baby niet laten vallen, m’n bed uit drie keer per nacht. De eerste keer weer naar werk zat ik grienend in de auto. Niet vanwege het prille geluk, ben je gek, maar het was eindelijk stil en de zon scheen zo mooi op het natte asfalt van de A1. Compleet van m’n padje. Iets je ding maken vreet energie.
Mensen die zich verschuilen achter rolpatronen, ten koste van zichzelf of een ander, man of vrouw; ik kan er nog slechter tegen sinds de baby er is. En ook de media blijft me dit soort stigma’s door de strot duwen. Geen Google-ad voor een draagzak of luier zonder stralende vrouw, die overduidelijk nog nooit een baby door haar foef heeft geperst. De vrouw als magisch epicentrum van zwangerschap en zorg voor baby’s, zijn we daar nou nóg niet overheen? De overheid vindt het nog van deze tijd, met dat dringende advies om 6 maanden borstvoeding te geven; de moeder daarmee ketenend aan een zorgschema van jewelste én de mantra: niks is beter dan het mama-elixer uit jouw boezem. De partner wordt geen betaald verlof gegund om vanaf de start de plaats in te nemen als verzorger én wederhelft. Op het reservebankje ermee. Dit schrijft een norm voor: de vrouw en haar wondertieten is alles wat een baby nodig heeft.
Daar zat ik dus met een vrouw die me wilde high fiven op zijn afwezigheid en ‘ons ding’. Er volgde een ongemakkelijke stilte, want ik wilde met dat lepeltje en dat doet toch iets met de sfeer. ‘Hoe vind jij het eigenlijk om zwanger te zijn?’ vroeg ze, van onderwerp veranderend. ‘Irritant’ antwoorde ik, iets te fel, ‘m’n botten doen pijn en ik wil m’n lijf terug.’ Ze snoof ‘nou, dat vind ik een heel raar antwoord.’ ‘Het is gewoon niet zo mijn ding.’ Ook dat viel niet goed. Ze dronk haar koffie op en excuseerde zich, ze moesten nog naar de Albert Heijn. ‘Succes met partnerles!’ zei ik nog. M’n ongeboren dochter gaf me een trap in m’n zij. Hij zwaaide nog voordat ze de hoek omgingen.
Vanessa Jorissen is tekstschrijver en programmeert de internationale line-up van het Utrecht International Comedy Festival. Wij kennen haar via haar humoristische en no-nonsense blogs op Zaadvragers over het beginnen van een gezin.