Delen

Muziekproducers in Nederland: nog schrijnend weinig vrouwen

Als het gaat om gendergelijkheid in de muziekwereld, valt er nog veel terrein te winnen. Zo blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse Annenberg School for Communication dat van alle populaire muziek die tussen 2012 en 2022 uitkwam, maar 22.3% van de artiesten vrouw is. Niet alleen is er een gebrek aan representatie, 34% van de vrouwen in de Nederlandse muziekindustrie voelt zich vaak niet serieus genomen. Wanneer we inzoomen op producers in de industrie wordt het schrijnend: maar 2.8% van hen is vrouw. Hoog tijd dus om hier verandering in te brengen.

Onze collega Oumnia sprak met artiesten en producers Démira en Roufaida, die allebei hun weg hebben moeten vinden binnen de muziekindustrie en een eigen plek hebben gecreëerd waar zij zowel als artiest als producer kunnen werken. Hoe ervaren zij de sector en wat kan er volgens hen nog verbeterd worden?

Betekenisvol debuteren

Hoewel Démira en Roufaida al hun hele leven bezig zijn met muziek en alles wat er mee te maken heeft, hebben beide artiesten een recent debuut gemaakt met een zelfgeproduceerd album. Démira bracht in mei haar album ‘Iggy’ uit, waar surrealistische popmuziek de basis vormt voor thema’s als gender, gelijkheid en feminisme. Een perfect voorbeeld daarvan is het nummer Metropolis: “Daarin zing ik over dat ons leven is georganiseerd door teleurstellend mannelijk verlangen, maar stel ik mezelf ook de vraag of ik daar schuldig aan ben.”

Met haar doordachte teksten probeert Démira de aandacht van de luisteraar te wekken. “Er zitten meerdere boodschappen in. Het is aan de luisteraar zelf om daar invulling aan te geven, omdat ze op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden.” Met teksten als “Curveless like a boy, angelic in your dreams” en “Boy and friend, I can be both” speelt ze met wat het betekent om vrouw te zijn. “Ik ben heel erg met tekst bezig en zou het fijn vinden als mensen aandachtig luisteren en hier bij stilstaan.”

“Mijn muziek gaat over onbeschaamd jezelf zijn, omarmen wie je bent en afdwingen dat hier plek voor is.”

Op de zelfgetitelde debuut-EP ‘Roufaida’ voeren thema’s als identiteit, saamhorigheid en ‘unapologeticness’ de boventoon. Roufaida vertelt dat haar debuut in feite een antwoord is op haar realiteit als biculturele Nederlander en hoe ze haar Noord-Afrikaanse roots verwerkt in haar muziek. Iets wat niet altijd vanzelfsprekend is geweest. “Nu ik ouder word, realiseer ik me dat deze waarden en geluiden een belangrijke rol spelen bij het innemen van ruimte. Mijn muziek gaat over onbeschaamd jezelf zijn, omarmen wie je bent en afdwingen dat hier plek voor is. Dat je niet in de dominante groep hoeft op te gaan om bestaansrecht te hebben.”

“Ik geloof dat niemand anders dan jijzelf bepaalt wat jouw identiteit betekent en hoe je hier vorm aan geeft. Ik had verwacht dat de EP zwaarder en kritischer van toon zou worden, maar uiteindelijk is het best wel licht en hoopvol geworden.” Een zin die volgens Roufaida perfect behelst wat de belangrijkste boodschap van haar EP is, komt uit het nummer Don’t Bend: “I take what I need, I leave what I don’t.”

Démira. Fotograaf: Kevin Condon

(On)zichtbare normen en stereotypen

Démira en Roufaida zijn nog jong als ze een voorliefde voor muziek en optreden ontwikkelen. Beide artiesten gaan op jonge leeftijd naar een muziekschool en doen mee aan verschillende talentontwikkelingsprogramma’s. In deze periode worden ze al geconfronteerd met stereotypes en onzichtbare normen. Zo merkte Démira in een van de programma’s direct een ongelijke verdeling op: “Er zijn sowieso meer jongens dan meiden. De meiden die er zijn, zijn vaak zanger, toetsenist en heel misschien een gitarist. Wanneer een vrouw een drummer is, wordt altijd benadrukt dat ze een ‘vrouwelijke drummer’ is.”

Roufaida, die net als Démira deelnam aan talentontwikkelingstrajecten, maakte hetzelfde mee: “Je merkt dat er bepaalde rollen zijn die bij een bepaalde gender horen. Je ziet meer vrouwen die violist zijn en meer mannen in de ritmesectie.” Ze benadrukt de invloed van deze stereotypen: “Het is niet een actieve gedachte die je hebt, maar wanneer je als kind vrouwen vooral bepaalde rollen ziet vervullen, ligt het voor de hand dat je een bepaalde weg aflegt.”

“Wanneer een vrouw een drummer is, wordt altijd benadrukt dat ze een ‘vrouwelijke drummer’ is.”

De tekortkomende representatie en diversiteit gaat voor Roufaida door op het conservatorium. “De instrumentalisten en de mensen op de productie-opleiding waren in de regel jongens, op de zang- en songwriting-afdeling trof je de meeste meiden aan. De enige vrouw van wie ik les kreeg was een zangdocent, wat heel bepalend is voor de energie in zo’n opleiding. Het gaat natuurlijk heel erg over een gevoel en de cultuur om je heen.”

Als Démira op haar 20e naar Amerika gaat en weet te tekenen bij het producer-management van Electric Lady Studios, wordt ze ook geconfronteerd met de kleine hoeveelheid vrouwen achter de schermen. “Van de in-house technici was – op één stagiair na – iedereen man, zowel achter de knoppen als in de besluitvormende posities. De enige vrouwen waren de persoonlijke assistent van de operationeel directeur en de receptiemedewerker.”

Roufaida. Fotograaf: Kamil Tahiri

Seksualisering

Behalve het gebrek aan representatie en stereotypen, word je als vrouw in de muziekindustrie al gauw geconfronteerd met de seksualisering van je uiterlijk. Voor Démira ging dit gepaard met gevoelens van twijfel: “Ik heb heel lang gedacht dat mijn uiterlijk de reden was dat ik een kans kreeg, aan deze worsteling had ik een eetstoornis overgehouden.”

Ook Roufaida wordt geconfronteerd met de dominante rol die haar uiterlijk speelt. “Ten opzichte van mannen ben je je als vrouw constant bewust van je voorkomen. Dat begint eigenlijk al op het conservatorium: je bent zanger, staat vooraan in de band en er wordt altijd naar je gekeken. Ineens maakt het uit hoe je eruit ziet. Ik ben op een gegeven moment meer oversized kleding gaan dragen, omdat ik niet beoordeeld wilde worden op hoe ik eruit zag.”

In de Amerikaanse studio gaat dit zelfs een stapje verder en ervaart Démira een cultuur waarin ze hoort te flirten: “Als vrouw ben je ontzettend afhankelijk van de welwillendheid van bepaalde mannen, vooral als je geen geld hebt of uit een rijke omgeving komt. Ik voelde impliciet de verwachting om te moeten flirten en het was niet gewenst om openlijk een vriendje te hebben. Ik moest ‘beschikbaar’ zijn. Het is heel lelijk, maar alleen dan krijg je als vrouw meer aandacht en kan je een stap verder.”

Afhankelijkheidsrelaties en hiërarchie

Toch helpt haar tijd bij Electric Lady Studios Démira ook om in zichzelf te geloven als producer. “Ik mocht vrij creëren, zelf beslissingen maken en dat gaf me zelfvertrouwen als producer.” Een tegengestelde situatie dan tien jaar geleden in Nederland, toen een idee voor haar eigen plaat fel werd afgewezen. “De functie van een producent is zeker om soms een knoop door te hakken, maar ik had een duidelijk idee hoe ik het wilde. Na vier uur verspild te hebben kwam hij er toch op terug en besloot mijn idee te gebruiken. Het was heel vervelend, want ik voelde me niet gehoord. Nu ik zelf produceer, heb ik eindelijk de zeggenschap en zelfbeschikking die ik toen miste.”

“Nu ik zelf produceer, heb ik eindelijk de zeggenschap en zelfbeschikking die ik toen miste.”

Behalve in de studio, moet je om verder te kunnen komen als artiest langs een heleboel mensen. “Het is echt een ons-kent-ons-netwerk waar afhankelijkheid bepalend is voor veel van de banden die worden gelegd,” vertelt Roufaida. “Er is wel eens sprake geweest van seksisme, waarbij ik ervoor koos mijn mond te houden. Dat vind ik achteraf niet principieel van mezelf, maar als er een afhankelijkheidsrelatie bestaat, maak je niet overal een probleem van. Uiteindelijk betaal je dan zelf de prijs.”

Visie op de toekomst

Kijkend naar de toekomst hoopt Roufaida dat mensen gelijk beloond zullen worden. “Ik durf er vergif op in te nemen dat binnen onze sector vrouwen en gender non-conforme mensen minder betaald krijgen dan mannen. Ik hoop dat mensen zich vrijer gaan voelen om zich uit te spreken tegen bepaalde misstanden.” Over haar eigen toekomst spreekt ze vol enthousiasme. “Ik vind dit het allermooiste werk wat er bestaat en ik word omringd door een team van geweldige mensen die mij respecteren. Dat is een groot geluk, en niet altijd zo geweest. Zo lang ik in staat word gesteld om samen met een publiek op die plek van licht en hoop te staan, ga ik nog heel lang door.”

Ook Démira kijkt positief naar haar carrière. “In mijn werk ben ik multidisciplinair bezig: ik werk als producer, sta op het podium en maak muziek voor het theater. Hopelijk kan ik dit werk nog lang doen en kan ik de verandering zien die nodig is.” Over de toekomst van de industrie is ze wat kritischer: “Ik denk niet dat de meest gevraagde producenten binnen 10 jaar vrouwen zullen zijn. Maar hopelijk worden we serieuzer genomen als maker en is tegen die tijd het stigma verdwenen dat vrouwen alleen zangers of liedjesschrijvers zijn. Verder hoop ik op meer vrouwen en mensen van kleur in de gehele muzieksector, maar met name in besluitvormende functies, bij de boekers en in de festivaldirecties.”

 

Beluister hierboven het album van Démira.

Beluister hierboven het album van Roufaida.

Gerelateerde artikelen

Bekijk meer
  • Actueel
  • Media
  • ...

Vrouwen in muziek: nog steeds te weinig in de top

  • Actueel
  • Media
  • ...

Game-ontwikkelaars: “De eerste stap voor gendergelijkheid is het gesprek aangaan”

  • Actueel
  • Media
  • ...

(On)Gehoord: Festival The Roar

Bekijk meer