Delen

Inclusieve seksuele vorming: “‘Normaal’ bestaat niet, en dat is oké”

Nederlandse jongeren zijn ontevreden over de huidige seksuele vorming die ze krijgen op de middelbare school. Ze geven hun lessen seksuele voorlichting gemiddeld een teleurstellende 5,8. Maar niet alleen leerlingen, ook docenten vinden dat er te weinig aandacht is voor relationele en seksuele vorming in het voortgezet onderwijs en dat de inhoud van de lessen te beperkt is.

Onderwerpen zoals consent, seksueel plezier, seksuele oriëntatie en genderidentiteit komen volgens hen onvoldoende of té theoretisch aan bod. Ik sprak Veer Visser, opgeleid als biologiedocent en sinds twee jaar fulltime docent seksuele vorming, over hoe het beter kan. Volgens hen moet de focus liggen op positiviteit, openheid, diversiteit en inclusie.

Geschreven door: Jikke Koch

Clitoris in het biologieboek

De seksuele vorming die Veer zelf op de middelbare school kreeg, is hen niet echt bijgebleven. “Er werd vooral veel gegiecheld en geklierd tijdens de ‘condoomrace’, waarbij een deel van de klas zo snel mogelijk een condoom om een neppenis moest doen.” Maar juiste, positieve en diverse informatie over seksualiteit en gender ontbrak. Jaren later kreeg Veer zelf de verantwoordelijkheid om deze lessen te geven als biologiedocent. Hen merkte dat, hoewel de seksuele educatie er vandaag de dag iets beter aan toe is, de verandering langzaam gaat. Zo bevat pas sinds vorig jaar één biologieboek uit het gehele aanbod de volledige anatomie van de clitoris.

Té beperkt en té theoretisch

Veer is niet de enige die eenzijdige, beperkte informatie kreeg tijdens hun seksuele educatie en er weinig van opstak. Uit een enquête van VICE blijkt dat slechts 20% van de ondervraagde jongeren meent dat iedereen, ongeacht gender, gerepresenteerd wordt in hun lessen seksuele vorming en nog een kleinere groep (14%) vindt dat de lessen ze heeft voorbereid op de echte wereld. Het uitleggen van bijvoorbeeld consent (wederzijdse seksuele instemming) is een belangrijke eerste stap naar betere seksuele vorming, maar hoe werkt consent eigenlijk in de praktijk? Hoe weet je wat je fijn vindt? En wat betekent genderidentiteit voor jou?

 

Veer Visser

Communicatie en consent

De lessen van Veer gaan in op deze vragen. “Tijdens de les leer ik jongeren dat over seks praten leuk en oké is. Dat is een belangrijke oefening: ze leren openlijk te communiceren over seks en dit kunnen ze vervolgens toepassen als ze zelf seks (gaan) hebben. Ik laat leerlingen ook oefenen met het aanvoelen en aangeven van grenzen. We maken bijvoorbeeld twee rijen, de ene rij loopt naar de andere kant toe en wanneer iemand op de grens van jouw ‘personal space’ staat, geef je dat aan. Of soms spelen we scenario’s na, dan oefenen we hoe je consent kan vragen en geven.” 

Tijdens de les leer ik jongeren dat over seks praten leuk en oké is. Dat is een belangrijke oefening: ze leren openlijk te communiceren over seks en dit kunnen ze vervolgens toepassen als ze zelf seks (gaan) hebben.”

Een positieve insteek

Het doel van Veer is om de lessen een positieve toon te geven. “In veel lessen over seks gaat het vooral over de risico’s en gevaren. In mijn lessen benader ik seks als iets wat leuk is. Ik wil mijn leerlingen niet een angstig, maar een positief gevoel geven wanneer ik over seks praat. Wanneer plezier als uitgangspunt wordt genomen, kan je ook beter inschatten wanneer je iets niet leuk vindt. Anders denk je misschien: ‘Het was niet super, maar dat hoort ook een beetje bij seks’.” Volgens Veer kan een focus op plezier onder meer bijdragen aan gendergelijkheid op het gebied van seksueel plezier. Want dit is nu nog niet het geval: pijn bij de eerste keer penetratie voor meiden wordt vaak nog genormaliseerd en de orgasmekloof tussen vrouwen en mannen is nog steeds groot.

Wanneer plezier als uitgangspunt wordt genomen, kan je ook beter inschatten wanneer je iets niet leuk vindt. Anders denk je misschien: ‘Het was niet super, maar dat hoort ook een beetje bij seks’.”

‘Normaal’ bestaat niet

Daarnaast vindt Veer het belangrijk dat iedereen zichzelf herkent in diens lessen: in de vormen van seks die worden uitgelegd, in de anatomie-plaatjes in het biologieboek en in de genderidentiteiten en seksuele oriëntaties die worden besproken. “Heteroseksuele penis-in-vagina seks wordt nu nog steeds als norm genomen en de lichamen die in boeken worden afgebeeld zijn allemaal dun, wit en binair,” zegt Veer. Hen geeft aan dat er op dit moment slechts een klein stukje over intersekse personen in het biologieboek staat, “als een soort ‘afterthought’”. Ook worden er nog steeds onjuiste en beledigende termen gebruikt in het lesmateriaal om naar trans en intersekse personen te refereren zoals ‘hermafrodiet’ of ‘transseksualiteit’.

“Met mijn leerlingen heb ik besproken welke termen wel kunnen worden gebruikt en de opdracht gegeven om deze taalfouten uit het boek te halen. Ik bespreek lichaams- en genderdiversiteit op een normale manier, iets wat niet ‘gek’ is.” De belangrijkste boodschap die Veer aan jongeren wil meegeven tijdens de les? “‘Normaal’ bestaat niet, en dat is oké. Je mag zelf bepalen wat je wel en niet fijn vindt, niets moet.”

“Heteroseksuele penis-in-vagina seks wordt nu nog steeds als norm genomen en de lichamen die in de boeken worden afgebeeld zijn allemaal dun, wit en binair”

Hoe pak je dit aan?

Dit klinkt goed, maar hoe pak je dit als docent aan? “Het belangrijkste is dat je als docent open bent. Je hoeft niet over al jouw persoonlijke ervaringen te vertellen als je je daar niet goed bij voelt, maar praat wel openlijk over wat seks is en wat jouw ideeën over seks zijn,” vertelt Veer. “Zodat je de boodschap meegeeft dat over seks praten oké is. Het liefst niet alleen tijdens die paar lessen bij biologie, maar ook bij andere lessen. Als leerlingen verschillende verhalen horen kunnen ze zich vaak wel in een verhaal herkennen.”

Gevoelens van ongemak en verlegenheid overheersen nog vaak als de lessen over seks gaan. Daarom is het volgens Veer ook belangrijk om een veilig klimaat te creëren. “Stel van te voren regels op. Bijvoorbeeld: we hebben respect voor elkaar, je hoeft niks te zeggen als je dat niet wilt en we lachen elkaar niet uit”. Maar uit ervaring weet Veer dat leerlingen het er juist graag over willen hebben: “Ze zijn vaak heel blij om hier eindelijk écht met een volwassene over te kunnen praten.”

Veer geeft workshops voor Sexmatters, een organisatie die verschillende workshops en trainingen biedt over onderwerpen zoals gender, seksualiteit, consent en sociale veiligheid, met als doel het bespreekbaar maken van (gender)ongelijkheid en het bevorderen van een sociaal veilige omgeving. Daarnaast werkt hen als zelfstandig gastdocent en workshopleider voor inclusieve en diverse seksuele vorming op maat via Veers Voorlichting.

Gerelateerde artikelen

Bekijk meer
  • Actueel
  • ...

“Je leert niet alles over seksualiteit en relaties in één les.”

  • Actueel
  • Media
  • ...

In onderwijsprogramma Baanbrekers doorbreken mbo-studenten stereotypes

  • Actueel
  • Gezondheid
  • ...

Seksueel plezier, mét en zonder vaginisme

Bekijk meer