Delen

Mijn werkgever dacht: ‘O god, daar is een vrouw in de overgang, wat moet ik daarmee?'

Werkgeluk staat volop in de aandacht, en dat is niet gek: werkstress heeft zich in no time ontwikkeld tot beroepsziekte nummer één. Wie gelukkig is met zijn of haar baan, heeft minder last van stress. Bovendien zijn gelukkige werknemers productiever, loyaler, creatiever en meer betrokken. Maar waardoor ontstaat werkgeluk? Het is onze visie dat inclusief werkgeverschap het startpunt is. Eén van de pijlers die bijdraagt aan een inclusieve cultuur is dat werkgevers rekening houden met specifieke levensfases van hun werknemers. Toen Jeanne in de overgang kwam, liep ze tegen moeilijkheden aan op haar werk. Dat was lastig te bespreken met haar werkgever, lees of luister wat zij nodig heeft.

Geschreven door: Suzan Steeman

 


Foto: Kiddo van der Veen

 

Luister naar het verhaal van Jeanne:

 

“Ik ben Jeanne, ik ben 52 jaar en ik werk als docent burgerschap op een MBO school in Den Bosch.”

“Ik heb een tijd thuis gezeten omdat ik de lichamelijke klachten van de overgang niet meer kon combineren met mijn werk. De manier waarop er om mijn werk mee is omgegaan had wel negatieve gevolgen voor mijn werkgeluk. Ik kon het op een bepaald moment fysiek niet meer aan om aan de slag te gaan.”

“In het begin, toen ik me er nog niet zo bewust van was, dacht ik ‘kom op doorbijten’ als ik weer een opvlieger had. Maar het werd steeds moeilijker te combineren. Je slaapt bijvoorbeeld slechter als je in de overgang gaat. Je kunt ’s nachts heel erg zweten, dan word je wakker en is het moeilijk om in slaap te komen. Dan ga ik liggen malen en dan denk ik ‘oh, ik ben wakker maar ik moet morgen lesgeven’, allemaal dat soort dingen.”

“En overdag, op school zat ik in een klaslokaal met dertig kinderen en daar staat de zon fel op. Geen wonder dat ik helemaal niet lekker werd als ik dan ook nog eens een opvlieger kreeg.”

“Docenten mogen niet drinken in de klas, want dat mogen kinderen ook niet. Het was heel fijn geweest als ik dat wel had gemogen, of als er een airconditioning of ventilator was geregeld. Ik heb dat aangegeven bij onze directeur maar het kon niet. Hij kon er weinig begrip voor opbrengen, terwijl ik niet vroeg om een ander rooster, ik wilde niet minder werken maar had genoeg gehad aan een ventilator of een airconditioning.”

“Het had voor mij veel uitgemaakt als het onderwerp meer bespreekbaar en minder taboe was. Mijn werkgever dacht: ‘o god, daar is een vrouw in de overgang, wat moet ik daarmee?’
Maar in het onderwijs werken enorm veel vrouwen, dus daar is dit echt een belangrijk onderwerp.”

“Mij lijkt het eigenlijk ook niet meer dan logisch: mensen die een been breken, die krijgen een liftpas. Ben je in de overgang? Dan houden we daar ook rekening mee: dan mag je een raam openzetten of ijswater drinken. Dat soort dingen.”

“Het had me het meest geholpen als mijn werkgever het zou erkennen en iets zou zeggen als:  ‘laten we kijken hoe we mee kunnen denken.’ Het zou mij gelukkig maken als werkgevers meer begrip tonen en meer kennis van zaken hebben. Je kunt door kleine aanpassingen zoveel meer betekenen voor je medewerkers!”