Delen

Inclusieve taal

Vooroordelen worden gevoed door stereotiep taalgebruik, en vice versa: ons taalgebruik wordt gevoed door vooroordelen over mensen. Hoe uit zich dat in de media?

De werkende moeder

Ons taalgebruik wordt asymmetrisch en opvallend wanneer we iets beschrijven dat niet overeenkomt met onze stereotiepe verwachtingen. We markeren informatie als die niet in lijn is met het stereotiepe beeld. Neem de begrippen ‘de werkende moeder’ of ‘de vrouwelijke CEO’. In deze gevallen markeren de woorden ‘werkende’ en ‘vrouwelijke’ informatie die niet overeenkomt met onze stereotiepe verwachting, namelijk dat vrouwen alleen zorgen en alleen mannen CEO’s zijn. Dit zien we in de media regelmatig terug.

Door het bijvoeglijke naamwoord ‘vrouwelijke’ toe te voegen, wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën: vrouwelijke CEO’s en CEO’s (oftewel de échte CEO’s). Het woord mannelijke CEO komt veel minder voor en voelt zelfs een beetje gek. Om te voorkomen dat we bij het woord CEO alleen aan mannen denken, is het belangrijk deze onnodige bijvoeglijke naamwoorden uit teksten te verwijderen. Een ander actueel voorbeeld hiervan is het onderscheid tussen ‘het voetbal’ en ‘het vrouwenvoetbal’. Een reclame van Volkswagen ging in aanloop naar het EK voetbal in 2022 in op dit verschil en kwam met de reclame #NotWomensFootball.

Brandeweerman

Niet alleen door het gebruik van onnodige bijvoeglijke naamwoorden worden vrouwen vaak als uitzondering beschreven, ook in het gebruik van functietitels gebeurt dit. Wanneer we in algemeenheden spreken of schrijven over bepaalde functies, gebruiken we de mannelijke vorm. Alleen wanneer we zeker weten dat het een vrouw betreft over wie we spreken of schrijven, wordt de vrouwelijke vorm gebruikt. Dit is één van de redenen waarom we bij woorden als ‘kunstenaar’ of ‘wetenschapper’ eerder aan een man dan aan een vrouw denken. Om dit te doorbreken gebruiken we voor iedereen, mannen, vrouwen en nonbinaire mensen, de ‘mannelijke vorm’ (die we dan ook de neutrale vorm noemen) en zien we af van genderspecifieke functietitels, zoals brandweerman.

Rutte en Sigrid Kaag

Onze taal wordt ook asymmetrisch wanneer we (onbewust) anders naar de namen of titels van vrouwen en mannen refereren. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat iemand alleen bij de achternaam noemen iemands status verhoogt, en dat we dit structureel meer doen bij mannen dan bij vrouwen. Ook in Nederland doet zich dit voor: onderzoeker Jacoba Oedzes analyseerde 6000 Nederlandse krantenartikelen en bevestigde dat dit proces zich ook voordoet in Nederlandse media: “vrouwelijke politici worden vaker (dan mannen) aangesproken met de combinatie van titel, voornaam en achternaam. Mannelijke politici worden daarentegen vaker aangesproken met titel en achternaam, of alleen achternaam.”

Anders dan wie?

In de media worden mensen regelmatig geportretteerd als de uitzondering, oftewel ‘de ander’. Dit proces wordt ook wel othering genoemd. Dit doet zich voor wanneer we de norm, dat wat we vanzelfsprekend vinden, in onze taal weglaten. Dat benadrukt het verschil tussen ‘wij’ (de norm) en ‘zij’ (de uitzondering). Othering heeft een normaliserende functie en gebeurt met name wanneer we letterlijk spreken over mensen met ‘een andere seksuele oriëntatie’ of een ‘andere huidskleur’. We geven hierbij niet aan: anders dan wie, waardoor de norm en de uitzondering bevestigd worden.

Dé transgender

Daarnaast doet othering zich voor wanneer we labels en etiketten gebruiken bij het refereren naar verschillende mensen. Uit de Mediamonitor van Transgender Netwerk Nederland blijkt bijvoorbeeld dat in 23% van de artikelen die gaat over trans personen, de term ‘transgender’ als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt: de transgender(s). Iemands trans-identiteit wordt hierbij tot diens hele identiteit gemaakt. Dit gebeurt veel bij mensen uit gemarginaliseerde groepen, op basis van veel verschillende identiteitskenmerken. Andere voorbeelden zijn ‘de migrant’ of ‘de lesbienne’.

De stijlgids voor inclusief taalgebruik

Hoe kan ik op een gendergelijkwaardige manier communiceren? Welke termen kan ik het beste gebruiken als ik over personen van kleur wil schrijven? Hoe herken ik stereotiepe beelden? Iedereen die graag inclusiever wil communiceren loopt tegen één van deze vragen aan. Daarom heeft WOMEN Inc. een (incomplete) stijlgids geschreven. Tijdens het ontwikkelen van zo’n gids word je als organisatie gedwongen om in gesprek te gaan over soms lastige onderwerpen, zoals: welke woorden we wel en niet gebruiken, hoe we het beste om kunnen gaan met opmerkingen op social media, en wanneer we juist wel of niet de verschillen tussen vrouwen en mannen benadrukken. 

Met deze stijlgids wil WOMEN Inc. een voorbeeld geven van hoe gendergelijkwaardige en inclusieve (beeld)taal ontwikkeld kan worden. Want beelden en woorden beschrijven niet alleen de werkelijkheid, ze schrijven deze ook voor. De stijlgids is met name ontwikkeld voor medewerkers van WOMEN Inc., maar laat dit je niet afschrikken. Download de stijlgids gratis en laat ons vooral weten wat je ervan vindt! 

Download de stijlgids hier!

Meer weten?

Gerelateerde artikelen

Bekijk meer
  • Kennis
  • Media
  • ...

Beeldvorming

  • Kennis
  • Media
  • ...

Hoe gaat het met representatie in de media?

  • Kennis
  • Media
  • ...

De winst van inclusieve media

Bekijk meer