Delen

“Drie kwartier? Geen idee hoe lang dat is”

Josanne is 28 jaar, studeert communicatie en ambassadeur van WOMEN Inc. Ze kreeg eind vorig jaar een diagnose die lang op zich heeft laten wachten: ADHD. We spraken haar om te vragen hoe het kan dat deze diagnose zo laat in haar leven is gesteld, hoe de ADHD zich bij haar uit en hoe het nu met haar gaat.

“Ze wilden me steeds nieuwe manieren aanleren om gestructureerd te werken.”

“Ik moest vorig jaar stage lopen voor mijn studie. Tijdens deze periode ervaarde ik enorm veel stress. Ik kon niet gestructureerd werken, kon niet vooruit plannen en kon mezelf überhaupt heel moeilijk aan het werk krijgen. Dat was trouwens niet nieuw: ik liep al vanaf de basisschool vast op iets zoiets basaals als het op tijd inleveren van mijn werk. Mijn stagebegeleiders hebben van alles geprobeerd om me wel gestructureerd te laten werken. We hebben to-do lijstjes gemaakt bijvoorbeeld en hebben vaste pauzes gepland tijdens het werken, maar niks werkte.”

“Ik wist echt niet wat er aan de hand was. Ik zei wel eens: ‘Het is echt geen onwil. Ik weet wat jullie willen, maar ik kan het gewoon niet.’ Op een gegeven moment wisten mijn begeleiders het ook niet meer.”

“ADHD voelde een beetje als een excuus.”

“Door deze problemen kwam ik uiteindelijk bij de psycholoog terecht, op advies van m’n stagebegeleider. Zij hoefde niet heel lang na te denken en vroeg of ik wel eens had gedacht aan ADHD. Ik moest even denken: ADHD? Dat woord was nieuw voor me. Ik was de jaren daarvoor wel intensief in behandeling geweest voor onder andere trekken van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Deze (mis)diagnose werd gesteld na een intensieve periode waarin ik vijf keer opnieuw aan een studie ben begonnen en telkens na een half jaar weer vastliep. Maar de woorden van de schoolpsycholoog, die begon over ADHD, waren nieuw voor me. Ik wilde er dan ook niet direct aan geloven: een diagnose ADHD voelde een beetje als een excuus. Een excuus voor mijn onderpresteren en nalatig zijn.”

“Drie kwartier? Geen idee hoe lang dat is.”

“En toch, na me er een beetje in te verdiepen, werd ik er steeds meer van overtuigd dat het inderdaad ADHD is. Bij mij uit het zich alleen niet in extreme hyperactiviteit of dromerigheid, maar in concentratieproblemen en impulsiviteit. Ik ben bijvoorbeeld aan zes studies begonnen, maar ben in alle zes gevallen in het eerste jaar afgehaakt. Ook ben ik op de middelbare school ingestapt op havo/vwo niveau, maar heb met hakken over de sloot m’n vmbo gehaald. Niet omdat ik niet wilde: ik vond het allemaal super interessant, maar ik was altijd te laat met opdrachten inleveren en het lukte gewoon telkens niet.”

“Het inschatten van tijd gaat me ook slecht af. Ik denk wel eens: drie kwartier? Geen flauw idee hoe lang dat is. In al deze eigenschappen herkende ik de woorden van m’n psycholoog en ik nam dit mee naar m’n huisarts. Ik wilde duidelijkheid: ik ging op zoek naar een verwijzing naar iemand die dit kon bevestigen of ontkrachten. M’n huisarts was echter erg sceptisch en vaag.”

“Mijn huisarts zei dat ik het zelf maar moest onderzoeken.”

“’Ik denk niet dat het ADHD is, maar je mag het van mij gaan onderzoeken,’ zei mijn huisarts sceptisch. Ik kreeg een lijstje met psychologen van hem mee, maar zijn twijfel was voelbaar. Ik wist dat ik na dat gesprek hoognodig moest wisselen van huisarts. Ik voelde me niet serieus genomen, maar kreeg wel zin om het zelf uit te gaan zoeken. De huisarts was slechts een verplichte horde die ik moest nemen.”

“Ik vond een instantie waar ik na een lange wachtrij terecht kon voor therapie. In die periode zijn we aan de slag gegaan met mijn negatieve zelfbeeld, iets wat veel voorkomt bij vrouwen met ADHD. Wanneer je jarenlang tegen muren oploopt is dat een aanslag op je zelfvertrouwen. Dat ben ik nu beetje bij beetje aan het terugwinnen.”

“Zorgprofessionals: blijf zoeken!”

“Ik gebruik nu ook medicatie. Dat is wel even zoeken. M’n eerste medicijn sloeg niet aan. Ik probeer nu een andere, maar ik merk dat deze niet werkt als ik menstrueer. Ik ging met deze opmerking naar de arts en vroeg: ‘Kan het zijn dat tijdens mijn menstruatie dit medicijn niet werkt? Ik kan slikken wat ik wil, maar er gebeurt niks.’ Mijn huisarts wist hier niks van. Ik heb nu maar geaccepteerd dat er een week in de maand is dat mijn medicatie niet werkt. Toch lijkt dit me informatie die dokters horen te weten. Het is zo raar dat je daar zelf maar moet achter komen.”

“Mijn advies aan zorgprofessionals is dan ook: zoek verder dan wat het boek van tien jaar geleden je heeft verteld. Blijf bijleren! Het gaat nu gelukkig goed met me maar het was fijn geweest als de diagnose eerder gesteld kon worden, zodat ik niet tevergeefs aan zes verschillende studies was begonnen. Gelukkig ligt die periode achter me en denk ik nu steeds vaker: ‘Dit kan ik wel!’”

Lees verder

"Sinds ik weet dat ik ADHD heb, maak ik makkelijker keuzes"

Lees hier

"Vier hoe iemand met autisme de wereld ziet"

Lees hier